vrijdag 16 december 2011

Lees en verbaas je


Op verzoek van Festina Lente:

Vlgones een oznrdeeok op een Eglnese uvinretsiet mkaat het neit uit in wlkee vloogdre de ltteers in een wrood saatn. Het einge wat blegnaijrk is is dat de eretse en de ltaatse ltteer op de jiutse patals saatn. De rset van de ltteers mgoen wllikueirg gpletaast wdoren en je knut vrelvogens gwoeon lzeen wat er saatt. Dit kmot odmat we neit ekle ltteer op zcih lzeen maar het wrood als gheeel.

Wat werken onze hersens toch volgens ondoorgrondelijke wegen hè?

vrijdag 2 december 2011

Nieuwe bibliotheken

Als je je verdiept in wat er aan nieuwe bibliotheken wordt gebouwd (bijvoorbeeld omdat je zelf nadenkt over hoe een mediatheek eruit zou moeten gaan zien), kom je nog wel eens wat tegen. Ook dingen waarvan ik niet direct warm word.

De nieuwe nationale bibliotheek van Kosovo ziet er bijvoorbeeld apart uit. Wel spectaculair eigenlijk, al zie ik dit niet direct staan in de Uithof.



Werkelijk afschuwelijk is dit kille gedrocht in Stuttgart. Ik dacht eerst dat dit een computersimulatie was, maar hij staat er dus al echt.



Via hier en hier

woensdag 2 november 2011

Nieuwe mediatheek?

De Hogeschool heeft plannen voor nieuwe huisvesting, en uiteraard moet de mediatheek daar ook weer een plekje in krijgen.
Als we dan toch wensen mogen uitspreken, mag ik dan hiervoor kiezen?





Of deze, ook leuk...


Via

woensdag 5 oktober 2011

Italiaanse Wikipedia op zwart

Wie er nog niet van overtuigd was dat Silvio Berlusconi Italië een grote dienst zou bewijzen door subiet op te stappen krijgt vandaag een nieuw argument. De Italiaanstalige Wikipedia staat vandaag op zwart.  Dit uit protest tegen een paragraaf van een wetsvoorstel van de regering Berlusconi dat burgers moet beschermen tegen de macht van justitie. Het wetsvoorstel legt onder anderen de mogelijkheden van justitie om telefoongesprekken af te luisteren aan banden, en biedt daarnaast de mogelijkheid dat iemand die zich benadeeld voelt door wat op een website is gepubliceerd binnen 48 een rectificatie kan eisen.

Wikipedia noemt dit in een verklaring een onaanvaardbaar aantasting van de vrijheid en neutraliteit van zijn teksten. Dus is de Italiaanse Wikipedia afgesloten en krijg je de in meerdere talen beschikbare verklaring te lezen.

During all these years, the users of Wikipedia (and we want, once more, to point out that Wikipedia does not have an editorial staff) have always been available to review - and modify, if needed - any content deemed to be detrimental to anyone, without harm to the Project's neutrality and independence. In the very rare instances it was not possible to reach a mutually satisfactory solution, the entire page has been removed.

The obligation to publish on our site the correction as is, provided by the named paragraph 29, without even the right to discuss and verify the claim, is an unacceptable restriction of the freedom and independence of Wikipedia, to the point of distorting the principles on which the Free Encyclopedia is based and this would bring to a paralysis of the "horizontal" method of access and editing, putting - in fact - an end to its existence as we have known until today.
Ongelooflijk toch? Eén van Europa's grootste landen, met één van de meest dynamische Wikipedia's. En straks moet ik nog oppassen dat ik met dit stukje geen probleem krijg. Doe er wat aan, Neelie!

Via




donderdag 29 september 2011

E-books: het voortdurende verhaal

Afgelopen week las ik dit stuk van Alexander Klöpping, de fijne jongeman die Matthijs van Nieuwkerk in DWDD zo af en toe om de oren slaat met zijn totale gebrek aan kennis op digitaal gebied. Interessant wel om zijn kijk op e-books en DRM te lezen, en zijn conclusie te zien dat de uitgeverijen, door niet te leren door fouten uit het verleden, de slag met het digitaal downloaden dreigen te verliezen.

"Heb ik daar niet al eens over geblogd?" dacht ik. En jawel: verbazingwekkend lang geleden eigenlijk alweer.

Actueel is het onderwerp zeker. Afgelopen jaar had ik een gesprekje met de coördinator van een masteropleiding, die haar studenten alleen nog met een iPad en e-books wilde uitrusten. Ik liep er toen tegenaan hoe weinig ik er eigenlijk van wist, en enig uitzoekwerk leerde mij dat we er op de hele hogeschool eigenlijk weinig van wisten. Sowieso is het aanbod in het Nederlands, voor HBO-opleidingen van belang, abominabel. Daarnaast herken ik uit Klöppings stuk de irritatie over het omslachtige gedoe met programma's die je moet installeren. En de idiotie dat je maar met een handjevol gebruikers tegelijkertijd een e-book kunt lezen. We nemen tegenwoordig wel meer pakketten af, dus er is groei. Maar er zal nog heel wat water door de piratenbaai golven voordat e-books echt voet aan de grond zullen krijgen in het HBO.

woensdag 27 juli 2011

Madur-o-Dão

Het effect van filmpjes met tilt shift blijft heel bijzonder. Al eerder blogde ik over een filmpje over Berlijn, en het blijkt dat ook minder grote plaatsen erg fraaie filmpjes opleveren. Zie dit dorpje in Portugal. Zet ook je geluid aan voor het vrolijke muziekje erbij.

The Village from Pedro Sousa | visuals on Vimeo.



Via

vrijdag 22 juli 2011

De vrijheid van informatie


Al weer even geleden blogde ik over het feit dat Google weet waar je bent als je via Google zoekt. Handig, maar ook enigzins verontrustend, en bovendien twijfelachtig of het je wel oplevert wat je zoekt.

Twee columns (van 20 juni en 19 juli)van Richard Lalleman bevestigen dit beeld en versterken voor mij zelfs de gevoeligheid van dit mechanisme:

De wereld zoals ik het zie − mijn mentale filter − wordt deels opgeslagen op het internet. Ik gebruik Google Docs om notities te maken, sla interessante websites op binnen Google Bookmarks en wil graag de inhoud van enkele websites volgen via de Google Reader. Dit is dus mijn eigen kleine en persoonlijke universum van hoe volgens mij de wereld eruit ziet. Eli Pariser noemt dit universum in zijn gelijknamige boek een "filterbubbel". Het probleem met Google’s social search-technologie is dat zij deze kleine en vaak eenzijdige bubbel gebruiken om de zoekresultaten te rangschikken. Ik zoek daarom veel minder in de rijkdom van het internet, maar meer in mijn eigen universum − of de bubbel. Ik leer dus van mezelf in plaats van dat ik van andere kan leren.


Vreemd om je dit te realiseren: ook ik heb internet juist altijd als een bron gezien om van te leren. Maar uit het voorbeeld dat Lalleman noemt blijkt dat je inderdaad met een zoekmachine eigenlijk altijd in hetzelfde kringetje kunt blijven draaien.

En wat gebeurt er met de gegevens uit jouw "filterbubbel"? Zijn die wel veilig, zoals Lalleman in zijn tweede column stelt? Uit het "slim" zoeken van Google blijkt al dat ze jouw privé-gegevens hergebruiken. Waar ligt dan de grens?

Ik weet dat velen internet als het medium van ultieme vrijheid zien: je kunt alles vinden wat je wilt en je kunt er ook op uitdragen wat je wilt. Aan dat eerste blijken, juist dankzij het "slimme" zoeken, beperkingen te zitten. En hoe veilig ben je daadwerkelijk in het tweede? Big Brother Google weet wat je doet.

vrijdag 20 mei 2011

Bibliotheek vs. Starbucks


"Waarom hebben we nog bibliotheken nodig als we Starbucks hebben?" vraagt de Hartford Advocate zich af. Nu weet ik te weinig van het beleid ten aanzien van openbare bibliotheken in de Verenigde Staten, maar het stuk boort een aantal aardige vragen aan over de manieren waarop bibliotheken in tijden van bezuinigingen zich in dat land staande proberen te houden.

Iets uit dit stuk herken ik wel: vorige week was ik in New York, en maakte ik bovenstaande foto van de zeer indrukwekkende Public Library op 5th Avenue. Ik ben er niet binnen geweest, maar wel in meerdere Starbucksen. Vooral één avond in de Starbucks in Hell's Kitchen heb ik eens om mij heen zitten kijken: alle tafeltjes waren bezet met studentikoos publiek, dat zonder uitzondering een laptop voor zich had.

Een meisje naast mij deed een digitale leermodule op haar laptop en bladerde af en toe naar een ander scherm met daarop zo te zien een boek. Tussendoor werd Facebook af en toe geraadpleegd. Aan het tafeltje aan mijn andere kant zat een student aan een scriptie te werken. Hij doorzocht intussen de online catalogus van de bibliotheek van NYU. En natuurlijk werd er ook tussendoor ge-Facebookt: bij mijn eerste bezoek aan Amerika viel me op dat het land enorm inefficiënt werkt, en datzelfde geldt volgens mij voor het studeren. Want het was wel redelijk stil in Starbucks (volgens het krantenartikel stiller dan in de gemiddelde bibliotheek), er was afleiding genoeg.

Als je lekker in Starbucks met een emmer koffie erbij kunt laptoppen en studeren, en intussen je boeken online kunt reserveren, wat doe je als bibliotheek dan nog voor moeite om dit publiek binnen te houden? Is de bibliotheek als studieruimte in dit land achterhaald? Of blijkt juist dat er nog behoefte is aan een bibliotheek als studieruimte, waar niet aan calisthenics wordt gedaan?

donderdag 31 maart 2011

#snakeonthetown

Afgelopen vrijdag ontsnapte een Egyptische cobra uit de Bronx Zoo in New York. De 50 cm lange vrouwtjesslang is nog niet gevangen, maar twittert inmiddels wel. Heerlijke Twitterhumor! De slang bedankte als eerste de dieren uit de film Madagascar voor de inspiratie en houdt haar (momenteel ruim 181.000) volgers sindsdien op de hoogte van haar belevenissen in de grote stad. Ik hoop wel dat ze weer gevangen is voordat ik naar New York reis...

Via

maandag 28 maart 2011

Wat moet ik op Facebook?

Driekwart jaar geleden verhuisde ik vanuit Nijmegen naar Utrecht. Ik heb er toen over gedacht om lid te worden van Facebook. Het idee daarachter was dat vanzelfsprekend mijn contact met vrienden en kennissen in Nijmegen veranderde. Beide steden liggen niet aan andere einden van de wereld, maar eventjes bij iemand aanlopen voor een borrel of een afspraak in kroeg of bioscoop gaat toch net wat minder makkelijk. Misschien zou Facebook het makkelijker maken om met “verre vrienden” in contact te blijven.

Toch ben ik nog steeds niet op Facebook te vinden. Waarom niet eigenlijk? Deze week las ik een interview in de Volkskrant met filosofe Stine Jensen, die een essay heeft geschreven over vriendschap in tijden van Sociale Media. In haar woorden herkende ik een beeld dat ik van Facebook heb:

Op Facebook en Twitter laten mensen zich van hun positieve kant zien. Met echte vrienden deel je ook de dingen die niet goed gaan. De hobbels en problemen, jouw karakterfouten, hun karakterfouten.(…)Behalve tot tijdsverspilling, leiden sociale media ook tot een gebrek aan concentratie, akelig gedrag en verstoorde relaties.(…) Het maakt je asocialer, vind ik. Je Facebookaanwezigheid wordt snel vervanging voor aanwezigheid in het echt. Je hebt heel gemakkelijk even iets afgehandeld. Het kan een ontwrichtend effect hebben op vriendschappen en relaties.

Misschien is dat wat negatief. Ik hoor van veel mensen die op Facebook zitten verhalen of wat je ermee kunt, mits met mate gebruikt. Je kunt er foto’s op zetten die je vrienden kunnen zien, berichtjes uitwisselen, afspraken maken. Daarin zie ik een vervanging van oude communicatiemiddelen. Maar met het risico dat ik als een heel ouderwetse lul klink: wat was er mis met e-mail? SMS? Picasa?

Ik zal even een voorbeeld geven: een tijdje terug zat ik met een groepje in de kroeg. Iemand haalde een iPhone tevoorschijn, maakte een foto van ons en zette die meteen op haar Facebookpagina. Binnen minuten was er een reactie van iemand die wij allen kennen: “Proost!”. Ander voorbeeld: iemand uit ditzelfde groepje verhuisde onlangs en daar kwam ik pas achter toen hij al was verhuisd. Hij had het op Facebook bekend gemaakt en dat had ik dus niet kunnen lezen.

Ik herken hier wel wat in van wat Jensen zegt: het verandert je communicatie en ik heb nog steeds mijn twijfels of ik dat leuk vind. Hoewel je via Facebook met heel veel mensen tegelijkertijd kunt communiceren voelt het ook een beetje als een verarming. Ik weet dat ik een beetje klink als iemand toen e-mail vijftien jaar geleden gemeengoed werd: “Wat is er mis met een brief?” Ergens mis ik in Facebook de investering in persoonlijke contact, die je zelfs met het sturen van een mailtje of sms-je nog kunt uitdrukken.

Het is natuurlijk totaal 1.0, maar ik merk dat ik dit gedeelte van het sociale web echt lastig vind. Dat heeft wellicht iets te maken met verlegenheid, een idee dat mijn leven te saai is om op het web te delen, of een ingebakken sterke neiging tot privacy. Met LinkedIn heb ik bijvoorbeeld veel minder moeite: daar laat je ook zien wie je bent, maar het blijft veel professioneler en daarmee ook doelgerichter. Wil ik op Facebook hebben staan dat ik in de kroeg zit? Zelfs als alleen mijn vrienden dit zien? En wat doe ik met de minder gezellige momenten in het leven, gaan die er ook op?

Of zou Facebook daadwerkelijk iets kunnen betekenen voor het verdiepen van mijn contact met mensen die ik nu eigenlijk te weinig spreek? Voor mijn bewustwording van wat er in de wereld om mij heen speelt? Wat zou ik er kunnen leren?

donderdag 24 maart 2011

Noorderlicht

Heerlijk dat het weer lente is! Toch, als ik het wonderschone filmpje hieronder zie, zou ik me best in een stevig winterpak willen hijsen om, net als maker Terje Sorgjerd, in het hoge noorden van Noorwegen bij min 25 dit magische spektakel te aanschouwen...

The Aurora from Terje Sorgjerd on Vimeo.


Via

zaterdag 19 maart 2011

Auteursrecht in het HBO


Een week of twee geleden nam ik deel aan de cursus "Auteursrecht in het hoger onderwijs voor gevorderden", opgezet door SURF en deze keer georganiseerd bij de UB van Wageningen University. Dit vanwege mijn lidmaatschap van de werkgroep auteursrecht van de HU-mediatheken. Zoals bij vele instellingen voor hoger onderwijs vraagt auteursrecht bij de HU steeds meer aandacht, en zijn we bezig met het opzetten van een informatiepunt voor auteursrecht.

Het is een vreselijk ingewikkeld maar ook vreselijk interessant onderwerp. Vorig jaar deed ik een beginnerscursus, ook bij SURF, gegeven door Mirjam Elferink, die met een Jort Kelder-achtige dictie een actief college gaf waar ik heel enthousiast van werd. Van deze tweede cursus leerde ik niet zoveel nieuws over auteursrecht; het interessante lag meer in de ervaringen die anderen hadden met een informatiepunt voor auteursrecht. Bijvoorbeeld het verhaal van Gonny Kremers van de Radboud Universiteit. Ook goed om te zien hoeveel tools SURF aanbiedt op het gebied van auteursrecht.

Inmiddels weten de HU-mediatheken zich op de HU goed in de kijker te spelen als auteursrecht-aanspreekpunt. Ik geef trainingen auteursrecht en ben al meerdere keren ingeschakeld door opleidingen met vragen over auteursrecht, en hoewel ik er aardig wat van weet inmiddels *kuch* komen daarbij best pittige vragen naar voren. Ik merk daarbij ook dat de vragen verschuiven; uit de verhalen van mensen die er al eerder mee bezig waren dan ik kwamen vooral kwesties als "mag je plaatjes gebruiken in Powerpoints" en "hoeveel bladzijden uit een boek mag je in een reader opnemen" naar voren. Puur de gebruikerskant dus.

Tegenwoordig komen er veel meer makers-vragen. Waar liggen mijn rechten als ik een artikel schrijf? Hebben we auteursrecht op door ons ontwikkeld onderwijs? Hoe beschermen we de goede naam van de school wanneer ex-studenten artikelen schrijven over hun afstudeeronderwerp? Er komen ook veel zaken naar boven die niet echt onder auteursrecht vallen, maar interessant en behoorlijk pittig zijn ze wel. Logisch zijn ze ook: voor het HBO is onderzoek en kennisproductie nog betrekkelijk nieuw. Universiteiten hebben een veel rijkere traditie en ook duidelijker afspraken over bijvoorbeeld academische vrijheid.

Over niet al te lange tijd gaat bij de HU ons echte auteursrecht informatiepunt live. Wat me wel duidelijk is: het kan nooit een stilstaand punt worden, daarvoor is het een te dynamisch onderwerp. Ik lees bijvoorbeeld de stukjes van Windesheim-collega Raymond, en denk: DRM? daar moeten we ook nog iets mee...

Foto: qthomasbower (Flickr)

donderdag 3 maart 2011

Op de fiets de helling af

Bij Wie is de Mol renden ze pas van een vulkaan af, deze man rijdt op zijn mountainbike de helling af in Valparaíso, Chili. Ik doe het hem niet na!



Via

vrijdag 28 januari 2011

Die is de Mol!


Alweer een nieuw seizoen van Wie is de Mol, en het zal geen verrassing zijn dat ik weer aan de buis gekluisterd zit! Wie wist er dat El Salvador zo beeldschoon is? Wel een beetje misplaatst om daar een schietspelletje te gaan doen, maar dat terzijde.

Zoals ik vorig jaar al meldde doe ik nooit erg mijn best om erachter te komen wie de Mol is. En dit jaar weet ik ook waarom: er is namelijk geen klap aan als je denkt te weten wie de Mol is. Al in aflevering 3 zag ik de Mol zó overduidelijk aan het werk dat de spanning er helemaal af was. Zelfs mijn geliefde, die alleen maar meekijkt, zat naast mij op de grote bank te roepen hoe duidelijk het was. Meteen zag ik in alles wat mijn beoogde Mol deed bevestigd dat ik het goed zag, en ook gisteren in aflevering 4 zag ik mijn Mol weer druk aan het mollen. Dus het is óf een heel slechte Mol, óf ik heb echt last van tunnelvisie en er is juist een uitstekende Mol aan het werk.

Ik hoop maar op het laatste. Uiteraard verklap ik niet welke Mol ik op het oog heb; ik ga andermans lol niet verpesten. En trouwens: de opdrachten blijven geweldig bedacht en El Salvador is ronduit schitterend.

vrijdag 21 januari 2011

Bloggen in de klas


Een prachtig voorbeeld van hoe je bloggen kunt gebruiken in het onderwijs: Stacy Baker, een biologielerares op een middelbare school in het Noordoosten van de VS, laat haar klas bloggen. Het resultaat is een uitgebreid blog waarin Ms Baker zelf en haar studenten berichten plaatsen over de meest uiteenlopende onderwerpen binnen de biologie. Voor haar leerlingen kan het plaatsen van een post huiswerk zijn, maar je ziet dat ze op elkaars posts reageren en gestimuleerd worden om zelf te lezen, te onderzoeken en te schrijven. Zo is het blog een mooi platform geworden waarop iedereen met elkaar communiceert, elkaar enthousiasmeert en trots maakt op het eigen werk. Ook buitenstaanders komen een kijkje nemen en dat schept nieuwe kansen: een aantal leerlingen mag dankzij hun blogwerk nu zelfs voor Nature bloggen.

Bron: Boingboing (attendering via Yammer)

maandag 17 januari 2011

Schattig filmpje



Allerlei technologie die ik nog uit mijn jonge jaren ken, gezien door een stel Franse schoolkinderen. Die telefoon met draaischijf hebben mijn ouders nog lang nadat ik al uit huis was gehad... En aan het scratchende jongetje zie je dat sommige technologie ook altijd hip blijft!

Met dank aan Edwin

dinsdag 11 januari 2011

Zoeken met Google


In een nieuwe woonplaats zoek je wel eens wat op via Google. Toen ik bijvoorbeeld lid wilde worden van de bibliotheek googlede ik “bibliotheek”, en Google vulde dat zelf aan tot “bibliotheek utrecht”. Toen mijn auto voor het eerst naar de garage moest zocht ik via Google, dat hulpvaardig zelf aanvulde tot “fiat dealer utrecht”.

Handig is dat: ik heb per slot van rekening niks aan een Fiatdealer in Groningen. Toch heeft het iets geks dat Google van je weet waar je bent. Daarnaast moest ik hieraan denken toen ik in de Volkskrant het interview las met Siva Vaidhyanathan over zijn boek The Googlization of Everything.

Ik leef in ruraal gebied in Virginia. Het is een omgeving waar veel mainstream Amerikaanse christenen wonen. Als ik daar zoek op het trefwoord 'God', krijg ik als zoekresultaten voornamelijk bijbelclubs en kerkgenootschappen uit de buurt te zien. Geen van de treffers gaat bijvoorbeeld over het hindoeïsme, geen over de islam. Als jij diezelfde zoekopdracht hier uitvoert, krijg je totaal andere treffers. Het is dus pertinente onzin dat het ons toegang geeft tot alle informatie in de wereld. Het is zelfs andersom: het is 'gestuurde informatie'. Dat is voor advertentiedoeleinden prima, maar als je Google gebruikt als bron van kennis en onderzoek, zal dat op den duur dus alleen maar leiden tot kennisvernauwing.

Goed om bij stil te staan: als je een garage zoekt is de insteek natuurlijk totaal anders dan wanneer je God zoekt. Hoeveel mag Google van jou weten? En hoe weet jij of Google jou datgene laat zien dat jij wilt weten?