Vijf jaar geleden precies liep ik door Buenos Aires. Gisteren moest ik er ineens weer aan denken; zo'n moment waar je even weemoedig wordt en terugdenkt aan de tijd dat je nog jong en flitsend was.
Oktober en november 2004 was het dus, mijn reis door Argentinië. Een wonderbaarlijk land vond ik het: ver weg aan het einde van de wereld, gevuld met allerlei ongebruikelijke attracties. Buenos Aires, een wereldstad met de allure van Parijs, overgoten met een tweede wereld-sausje. Biefstukken zo groot als je bord. Beau monde op hippe tangofeesten en bedelaars die op straat sliepen. Voetbal kijken in La Boca.
De watervallen van Iguazú in een stomende jungle. Tochten door bergen en woestijnen, met cactussen in het dal en condors in de lucht. Wijn proeven in kleine bodega's, parapenten, paardrijden aan de voet van de hoogste berg van het westelijk halfrond. Walvissen en pinguïns bekijken aan de Atlantische kust. En daar tussenin de aardigste en meest open mensen die je je kunt voorstellen.
Argentinië is zo'n land waarvan je eigenlijk iedereen wilt vertellen hoe schitterend het is, en anderzijds het voor je zelf wilt houden. Voor je het weet zijn de paden platgetreden, zijn al die unieke plekken "ontdekt" en zullen ze nooit meer zo uniek zijn. Ik geniet stilletjes nog maar eens van de herinneringen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten