donderdag 28 januari 2010

Gedichtendag

Vandaag is het Gedichtendag. Ik ga niet pretenderen dat ik een enorme poëziekenner ben, want dat is niet zo. Mijn kennis is hooguit rudimentair, wat ik nog heb overgehouden van het Atheneum en een paar Spaanse gedichten tijdens mijn studie. Soms treffen gedichten me met op razend knappe wijze in taal gevangen gebeurtenissen of gevoelens. Zo zag ik een keer op tv Hagar Peeters, die me bijna tot tranen roerde. Alleen heb ik dat gedicht nooit meer kunnen terugvinden. Of het gedicht dat H.H. ter Balkt schreef voor zijn buurvrouw, die toevallig mijn collega was. Of het gedicht dat Johan Faber schreef voor zijn aanstaande, die dan weer een vriendin van mij is.

Voor gedichtendag, een ander gedicht, mooi in zijn eenvoud en verhaal, van Edward van de Vendel.

IK BEN DE JONGEN

Ik ben de jongen die niet kan
voetballen, of tenminste niet
zo goed. Ik weet wel hoe het
moet, maar mijn lichaam doet
iets anders. Ik heb een lijf met
eigenwijze trekjes, twee benen

met een grote bek die zich
heus niet laat trainen. Ze doen
maar wat, ze tackelen mezelf.
Ik ben een elftal in mijn
eentje,
zoveel kanten ga ik op. Alleen
door mijn verschijning ben ik
al
een strafschop waard, ik kijk
en krijg twee rode kaarten.
Alle witte lijnen wijken weg
van mij. Ik ken het gras, dat
is dan nog het enige. Maar
veel te goed. En van dichtbij.

---------------------
uit: 'Dicht!', 2009.

2 opmerkingen:

Sandra zei

Of... ook mooi... voor demente oma:

Tijd is geen lijn
Tijd is geen lijn, maar is een kring:
dezelfde zachte schemering
doet de dag open en weer dicht.
De laatste ster geeft als eerste weer licht.
Soms lijkt het voorjaar terug te komen in de oktoberbomen.
Tijd is een cirkel en geen lijn,
daarom is oma weer zo klein.
Ze is geen enkel woordje kwijt
van wat ze zong in haar kindertijd.
Maar wat er kwam nadat ze trouwde,
heeft ze niet meer onthouden.
Tijd is een cirkel en geen lijn,
eerst deed het krimpen flink wat pijn, een groeipijn, maar dan omgekeerd, want gisteren moest nog worden verleerd.
Haar hele middelbare leven moest uit haar geest verdreven.
Tijd is geen lijn, maar is een kring: dezelfde zachte schemering
doet de dag open en weer dicht.
De laatste ster geeft als eerste weer licht.
Soms lijkt het voorjaar terug te komen in de oktoberbomen.
Tijd is een cirkel en geen lijn:
de buren die gestorven zijn,
die komen volgens oma hier.
Daar komen ze: in een janplezier.
Ze zullen oma wel verleiden
om met hen mee te rijden.

© Willem Wilmink
Je moet je op het ergste voorbereiden - Bert Bakker 2003

Lewi zei

Inderdaad heel mooi, Sandra. Wilmink heb ik zelfs nog voor mijn eindexamen gelezen...