donderdag 30 september 2010

De toekomst van de journalistiek


Journalistiek vind ik een interessante sector. Misschien blog ik ook wel omdat ik me een beetje journalist wil voelen. De raakvlakken met het vak van informatiespecialist zijn naar mijn idee behoorlijk groot: per slot van rekening zijn we beiden bezig met het kanaliseren van informatiestromen voor goed gebruik door het publiek.

Aardig om, op het blog De nieuwe reporter, te lezen dat de journalistiek ook met zijn toekomst bezig is, en dat bepaalde zaken mij bekend in de oren klinken. Aldus Jo Bardoel, hoogleraar Journalistiek en Media:

De journalistiek staat momenteel voor de grootste omslag in haar bestaan. Met de media in de breedste zin van het woord gaat het goed, maar met de journalistiek gaat het in de algemene perceptie behoorlijk beroerd. Nog nooit zijn er in zo korte tijd zoveel debatten, publicaties en adviescommissies gewijd aan een professie die eerder nooit opviel door veel externe bemoeienis of interne reflectie. De huidige paradigmawisseling van de journalistiek is bij nadere beschouwing het gevolg van drie samenlopende transformaties: de evoluerende mediatechnologie, een veranderde samenleving met een ander mediagebruik, en tenslotte een eveneens sterk veranderde mediasector
(…)
Naar buiten toe moeten journalisten hun traditionele terughoudendheid laten varen om voor hun onderscheidendheid (met kernwaarden als onafhankelijkheid, kwaliteit en betrouwbaarheid) uit te komen. Tot dusverre waren de kwaliteit en betrouwbaarheid van journalistieke producten vooral verbonden met de herkenbaarheid, de titel of het merk, van de krant of de omroep.
Maar naarmate media-inhouden migreren naar het web, worden vertrouwde mediapakketten ontbundeld, en moet de herkomst van product en producent ook op individueel niveau herkenbaar zijn en beter ‘gebrand’ worden.

Via

maandag 27 september 2010

Hulde aan de jarige



Vandaag viert Google zijn 12e verjaardag! Even mijmerend over hoezeer Google mijn internetgebruik beïnvloedt vind ik het eigenlijk onvoorstelbaar kort. Ik denk terug aan de workshop "Zoeken op internet" die ik een jaar of tien geleden volgde bij mijn eerste baan op de Openbare Bibliotheek Nijmegen. Daar vertelde een collega over Google: zo'n handige zoekmachine, met een heel leeg scherm en één zoekbalk, die zulke goede resultaten leverde. Nu lijkt het al of een hele generatie googelend is opgegroeid, en zijn bijna alle Googlediensten de makkelijkste en best werkende op hun gebied. Dat blijf ik bijzonder knap vinden.

donderdag 16 september 2010

How to be linked in


Bij het bijwerken van mijn Google Reader kom ik twee stukjes tegen over LinkedIn: één van Mijns Inziens en één berichtje in de Volkskrant. Het laatste stukje meldt dat LinkedIn inmiddels twee miljoen Nederlandse gebruikers telt.

LinkedIn is de enige sociale netwerksite waarop ik actief ben; Hyves of Facebook laat ik gaarne aan mij voorbij gaan. Het idee dat ik erbij heb is dat LinkedIn cleaner, professioneel en meer afstandelijk is. Ik heb niet zo’n zin in het bekijken van profielen waarin mensen hun escapades in de kroeg uitdragen. Gewoon een fotootje en een keurige beschrijving. En je hebt er tenminste wat aan.

Maar daar heb je het al: wat heb je eraan? Het kan professionele meerwaarde hebben, maar veel mensen zijn toch vooral passief gebruiker. Ik ben lid van een aantal groepen, maar houd matig bij wat daar gebeurt en voel me nog niet geroepen om er aan bij te dragen. Daarnaast is het altijd een beetje een vraag voor mij wat je netwerk precies is. Ik ken mensen met honderden LinkedIn-contacten, maar kun je die echt bijhouden? Ooit heb ik heel brutaal iemand uitgenodigd aan wie ik me eigenlijk alleen had voorgesteld op een borrel. Mijn uitnodiging werd nog geaccepteerd ook, maar ik voelde me een beetje een oplichter. Er prijken ook wat mensen van school en studie in mijn lijstje, waarvan ik sommige al in jaren niet gesproken. Dan wissel je een paar mailtjes uit en wordt het toch een soort Hyves. Met stropdassen.

Wel merk ik dat ik, wanneer ik nieuwe mensen heb leren kennen, al snel even kijk of ze al in LinkedIn staan. En zelfs een beetje teleurgesteld ben als ze dat niet zijn; “tsss, die gaan ook niet met hun tijd mee”. Blijkbaar heb ik toch het gevoel dat deze manier van netwerken erbij hoort, en zoals alle vormen van netwerken brengt het bepaalde eigenaardigheden met zich mee. Het kan allemaal nog makkelijker, bijvoorbeeld met een goede RSS-feed. Maar het is het meest zichtbare visitekaartje dat ik me kan bedenken.