donderdag 23 december 2010

Facebook in de wereld


Heb je wel eens zo'n kaart gezien van de aarde uit de ruimte, met daarop de verlichting 's nachts? Ik dacht eerst dat dit zo'n kaart was, maar het is een kaart met daarop de activiteit op Facebook. Net als bij zo'n "lichtkaart" lichten vooral dichtbevolkte gebieden met grote economische welvaart op.

Interessant wel dat een aantal gebieden opvallend donker blijven. Rusland en China bijvoorbeeld, om bekende redenen neem ik aan. Maar verrast was ik wel doordat Japan en Brazilië ook relatief donker blijven: vergelijk ze bijvoorbeeld met Indonesië en Argentinië. Zelfs Spanje vind ik relatief matig "befacebookt". Hebben ze daar hun eigen sociale netwerken, die dapper verzet blijven bieden tegen de reus?

Via

woensdag 22 december 2010

Kerstboom


Onlangs bleef onze nieuwe bank in ons trappenhuis steken. Met veel bloed, zweet en tranen kregen we hem uiteindelijk via het huis van de achterburen naar boven. Op dat moment nam ik mij voor om geen grote kerstboom te nemen dit jaar; vandaar dat er nu een lief Nordmannetje van nog geen meter hoog in onze huiskamer naast de bank staat.

Bij deze kerk in Bratislava denken ze er nu vast net zo over.

foto: Samuel Kubani (AFP)
Via

donderdag 25 november 2010

Wat na 23dingen?


Bijna twee jaar nadat ik begon met de cursus 23dingen organiseerde de NVB-HB de Ideeënmarkt Na 23dingen. In Den Bosch gaven informatiespecialisten van zes hogescholen, één universiteit en één wetenschappelijke bibliotheek presentaties over hun toepassing van de geleerde dingen in hun dienstverlening. Want iedereen is toch begonnen aan de cursus 23dingen met op zijn minst het streven iets te leren wat je in je dagelijkse werkpraktijk kunt toepassen.

Als enthousiast ex-cursist maakte me dit wel nieuwsgierig, dus toog ook ik naar Den Bosch. Voor mij was het ook een reden voor reflectie: wat heeft 23dingen voor mij betekend? Ik blog nog steeds, omdat ik dat zelf leuk vind. RSS heeft zonder meer mijn leven veranderd (mag ik dat zeggen? Ja, dat mag ik). Verder heeft het me bekender gemaakt met zaken als Flickr, Twitter, Wiki's en aanverwanten. Het heeft mijn blik en mijn visie aangescherpt. Al met al dus heeft het vooral voor mijn werk iets betekend, maar gebruik ik echt dingen in mijn dienstverlening? Dan moet ik zeggen: bedroevend weinig. Mijn blog is vooral voor mij, net zoals de RSS-reader. Ik gebruik geen sociale media om met docenten of studenten te communiceren, en aan de HU-website is geen spoor 2.0 te ontdekken. Volop ruimte voor nieuwe ideeën en stimulansen dus.

De eerste presentatie kwam van Hogeschool Windesheim, of eigenlijk waren het er twee. Christina Hiemstra vertelde dat het Mediacentrum een werkgroep had opgezet om de continuïteit na 23dingen te waarborgen. Vier medewerkers, één per domein, krijgen 0,1 fte de ruimte om zich te wijden aan het inzetten van sociale media. Ze mogen zelf kiezen welke dingen ze willen toepassen, met als doel de online zichtbaarheid van het Mediacentrum te vergroten, een duidelijke link met het onderwijs te leggen, en hun collega's te instrueren. Hieruit vloeide bijvoorbeeld een cursus "Windesheim-dingen" voor docenten voort. Een voorbeeld van goede randvoorwaarden op de werkvloer creëren. Haar collega Erik Hulsken schotelde ons een snazzy prezi voor, met vooral de boodschap dat 23dingen je uitnodigt flexibel te zijn en je blikveld te verruimen. Een aardig voorbeeld dat hij noemde vond ik de QR-codes die op nieuwe boeken worden geplakt, waarmee de lener zijn boek kan verlengen. Ook aardig: showmewhatswrong.com, waarmee je een pc-gebruiker op afstand kunt helpen zonder zijn computer over te nemen.

Anneke Dirkx vertegenwoordigde de UB Leiden. Omdat iedereen daar 23dingen te veel vond maakten zij een eigen cursus met 7 dingen, plus twee "pauzenummers". Dit was een succes, en deze bieden ze nu op de website met nog twee aanvullingen aan voor studenten en medewerkers van de universiteit. De UB is bovendien in alle sociale media aanwezig, om zichtbaar te zijn op alle plekken waar je klanten zouden willen kijken. Deed me aan de strategie van het Brooklyn Museum denken. Mooi vond ik ook de manier waarop de UB-catalogus wordt verrijkt met Library Thing.

Voor Fontys trad Erik Oomen aan. Hij vertelde over de virtuele balie die was ingericht, en die een uitkomst biedt nu Fontys wegens bezuinigingen een aantal fysieke mediatheken heeft moeten sluiten. Daarnaast traint de mediatheek de docenten in 21e-dingen en zijn medewerkers in 16 zelfgekozen dingen. Op de website van Fontys zijn sociale media zeer aanwezig; hier ligt een taak van de mediatheek om wildgroei tegen te gaan. De voltallige Raad van Bestuur twittert inmiddels op persoonlijke titel.

En dan was het de beurt aan iemand die voor mij een thuiswedstrijd speelde: Irma van Zanten-van Houts, mijn voormalig kamergenote op de HAN.
In haar presentatie vertelde ze over haar blog, dat ze na 23dingen is gaan gebruiken als communicatiemiddel voor de opleidingen waar ze voor werkt. Een leuk en nuttig initiatief met nieuws op het vakgebied en uit de studiecentra. Het heeft wat tijd gekost maar inmiddels heeft ze flink wat lezers en heeft het haar zichtbaarheid vergroot: zo heeft het onderwijs naar aanleiding van haar blog haar gevraagd om advies over de cursus 21e-dingen. En ze krijgt navolging: de studiecentra starten nu met blogs voor alle verschillende domeinen. Leuk was ook haar omschrijving van haar blog als haar "buitenboordbrein": het bloggen scherpt haar eigen blik naar buiten en stimuleert om bij te leren. Herkenbaar!

Een korte presentatie van Janneke Polderman van de Hogeschool Rotterdam volgde over de wijze waarop zij hun pagina's met internetlinks hebben vervangen door Delicious. Niet zo nieuw, maar een herkenbaar idee (en ook zéér herkenbare obstakels).

Erg enthousiast werd ik van Judith van Hooijdonk van de Hogeschool Zuyd.
Deze mediatheek is ook overal aanwezig, blogt en heeft Netvibes-pagina's, gebruikt Twitter, Youtube, Yammer, wiki's (oh, als wij toch eens wiki's zouden gebruiken in plaats van dat vermaledijde SharePoint!) en denkt zelfs aan Foursquare. Voor docenten maken ze een eigen cursus "eDingen@Zuyd", waarin docenten in 8 bijeenkomsten worden onderwezen. Zoals Judith zei: "We zijn gewoon maar wat gaan doen, zonder plan". Het kan dus wél.

Alice de Jong van de Peace Palace Library liet zien waarom zij de Digitale Bibliotheek van het jaar 2010 zijn geworden.
Ik vond overigens wel dat je goed kon zien dat dit een totaal ander soort bibliotheek was dan een hogeschoolbibliotheek: alleen al het feit dat ze per week zevenhonderd titels (boeken en artikelen) moeten beschrijven en taggen. Ook was de online zichtbaarheid veel belangrijker: er is geen publiek dat toch wel je fysieke ruimte komt opzoeken. Hun website mag er dan ook zijn, met blogs (die, en dat was Alice met me eens, wel érg uitgebreid en wetenschappelijk zijn), nieuwsfeeds, Twitter, Delicious, QR-codes in de catalogus (om lijstjes van interessante titels te maken). Het werd me af en toe een beetje technisch, toen ze bijvoorbeeld over php-scripts begon... ik heb ook nog veel te leren.

Als laatste vertelde Hester van Randen van de NHL Hogeschool over het gebruik van Netvibes en Delicious door hun bibliotheek. Ook dat vond ik niet zo nieuw, maar leuk om een goed praktijkvoorbeeld te zien.

Tijdens de lunch gaven de gastvrije collega's van Avans Xplora een rondleiding en konden we met elkaar van gedachten wisselen en voorbeelden bekijken.
Daarna sloot de endnote speaker, Mr 23dingen Netherlands himself Rob Coers, de dag af. Dankzij zijn lieftallige assistente twitterde hij ons live zes tips:


Ik wist vandaag weer waarom ik 23dingen zo leuk vond, hoe prettig het was om te snuffelen aan creatieve oplossingen in je vak, om geprikkeld te worden dingen uit te proberen. En ik zag weer heel wat kansen die ik kan grijpen: er ligt op de HU de ruimte voor, en je bent er nooit mee klaar.

zondag 21 november 2010

Geen Familie in het Werftheater


Op de dag dat Nederland massaal schreeuwde om cultuur, wat kun je dan beter doen dan naar het theater gaan? Een niet-gesubsidieerd theater, dat wel. In het Werftheater zaten we in zo'n mooie ronde werfkelder aan de Oude Gracht. Een piepklein barretje en een beschilderd theaterzaaltje dat me deed denken aan het oude Cinemariënburg. Het duo Van der Laan en Woe (Geen Familie) zong mooie liedjes en voerde een aantal ultrakorte sketches op, met onder meer een meesterlijke vergadering met zeven deelnemers. Ongeacht het BTW-tarief zeer de moeite waard om te gaan zien.

zaterdag 13 november 2010

Het Brooklyn Museum als voorbeeld


Mijn oud-collega aka Werner Buschbaum schreef op zijn 23dingen-blog (dat hij helaas heeft opgeheven) dat het handige van web 2.0-toepassingen was dat ze niet kapot kunnen, net als Tonka-speelgoedautootjes. Ik vind dat nog steeds een leuke vergelijking. Deze week moest ik daar twee keer aan denken. Op het NVB-congres bij Dick Rijken, die iedereen aanmoedigde op gebruik te maken van de media die je ter beschikking staan en niet bang te zijn: als het niet werkt neem je iets anders.

Ook bij het bericht van Edwin Mijnsbergen over de website van het Brooklyn Museum moest ik hier aan denken. Hij heeft gelijk: de manier waarop dit museum gebruik maakt van sociale media is een voorbeeld voor culturele organisaties. Ze hebben daar begrepen dat je niet bang moet zijn om dingen gewoon te proberen om je boodschap uit te dragen. En dat doen ze bijzonder knap: ze maken je nieuwsgierig naar de collectie en laten jou als bezoeker zien dat ze niet alleen een kunstcollectie zijn, maar midden in de gemeenschap staan. In Foursquare bijvoorbeeld heb ik me nooit verdiept, maar wat is dat leuk! Prachtige manieren om jezelf in de kijker te plaatsen, en kapot kan het inderdaad niet.

Soms denk ik wel dat bibliotheken en andere culturele instellingen bang zijn dat het publiek niet meer komt als je het teveel online biedt. Het Brooklyn Museum bewijst voor mij het tegendeel. Ik krijg juist erg veel zin om, als ik ooit in de buurt ben, juist naar het Brooklyn Museum toe te gaan.

foto: Wally Gobetz

donderdag 11 november 2010

#nvb10


Zo, dat was mijn NVB-jaarcongres-ontmaagding! Zoveel informatiewerkers had ik nog niet eerder bij elkaar gezien. Handjes geschud en verbazend veel bekenden tegengekomen; van al mijn oude banen liepen er ex-collega’s rond, en dan ook nog medecursisten van de GO. Zelfs ik blijk al iets van een netwerk te hebben, en dan liep ik zelfs nog mensen die ik graag had willen spreken mis.

Een hele schouwburg vol luisterde naar Maarten van Rossem. Je kunt veel van deze knorrepot zeggen, maar de manier waarop hij zich presenteert en praat is fenomenaal. Een knap pijnlijk stukje over de meewarige “dames van onbestemde leeftijd” die hem uitlachten van achter de balie van de UB; ik ken nog genoeg biebmensen die zich daar iets van kunnen aantrekken. Vooral bleef me bij dat Van Rossem ons aanmoedigde om niet alleen knoppenkennis bij te brengen, maar mensen te helpen om goed voorbereid te gaan zoeken: als je niets weet van waar je naar op zoek bent zul je het nooit vinden.

Ik vond het niveau van de verschillende presentaties daarna nogal wisselend en kon (mede dankzij een pijnlijke rug) lang niet overal mijn aandacht goed bijhouden. Van de presentatie waarvan ik eigenlijk het minste verwachtte bleef me echter toch iets bijzonders bij. Het was de presentatie van Dick Rijken over experimenten in laboratorium Waterwolf in Gouda; hij merkte op dat media geen doel op zich zijn, maar alleen ergens toe dienen als ze vanuit een bepaalde visie worden gebruikt. In het ontwikkelen van je visie denk je na over wie je bent en waar je naartoe wilt. Van daaruit ga je aan de slag, met welke media dan ook. Mocht Twitter over drie jaar alweer uit zijn, gebruik dan iets anders.

Dat vond ik goed om te horen en herkenbaar, want hoeveel wordt er niet aangeklooid? Zou dit niet één van de redenen zijn dat zoveel 23dingen-cursussen uiteindelijk nauwelijks een vervolg krijgen? Of dat iedereen ineens Twitter wil gaan gebruiken omdat dat in de mode is, zonder eigenlijk te weten waarom je het wilt doen? Of te gaan bloggen en uiteindelijk niet meer te weten waarover je wilt schrijven, waarna je blog een spookblog wordt?

vrijdag 5 november 2010

Evidence-based is all around


Een beeld dat mij doet glimlachen: uit de Rally to Restore Sanity and/or Fear, afgelopen weekend voorafgaand aan de Amerikaanse Congresverkiezingen. Wat staat onze branche toch midden in de werkelijkheid.

Via

vrijdag 15 oktober 2010

Nieuwe stad, nieuwe bibliotheek


Sinds een paar weken ben ik in mijn nieuwe woonplaats Utrecht lid van de openbare bibliotheek. Ik waagde mij naar binnen in het fraaie gebouw aan de Oudegracht en was dankzij een leuke meneer aan de balie binnen vijf minuten in het bezit van een bibliotheekpas waarmee ik in de hele provincie (behalve Nieuwegein) boeken kan lenen. Een prettige verrassing was dat je in Utrecht geen leengeld hoeft te betalen en dat verlengen ook geen geld kost. Hoe stom het ook klinkt, in Nijmegen hield die 10 cent me toch wel eens tegen. Terwijl ik toen ik nog bij die bibliotheek werkte en daar gratis boeken mocht lenen alles naar huis sleepte wat ook maar enigszins interessant leek.

In de twee keer dat ik er nu ben geweest bevalt de bibliotheek Utrecht me wel. Het gebouw is mooi en ruim, al is het op het eerste gezicht een beetje onoverzichtelijk met erg veel trappen. Een mooie catalogus met aquabrowser. Een goede uitstalling van nieuwe boeken en een leuk tafeltje met “in de schijnwerpers”. Je kunt overal lenen en ook kosteloos alles overal terugbrengen. En het lenen doe je zelf, met een fraaie automaat waar je een hele stapel tegelijk aan je zelf kunt uitlenen. Erg gemakkelijk.

Ik heb er in ieder geval prettig lopen snuffelen en weer genoeg leuks meegenomen. En meteen voelt Utrecht weer wat meer als thuis; een nieuw stapje in mijn integratie is gezet.

Vierkante streepjescode


Op mijn vliegticket vorige week stond een QR-code. Ik heb geen internet op mijn telefoon dus kon hem niet scannen, dus ik ben nog steeds benieuwd wat ik ermee had gekund. Ineens lijken die grappige vierkantjes overal te zijn. In Utrecht kun je een stadswandeling maken langs monumenten, waarbij je via QR-codes extra informatie krijgt. Kleine stukjes augmented reality.

In bibliotheken heb ik ze nog niet zoveel gezien, terwijl er volgens mij mij tal van mogelijkheden moeten zijn. Extra informatie bij een boek. Aanvullende digitale bronnen. Verwijzingen naar beeldmateriaal. Eigenlijk alle soorten extra laagjes digitale informatie die je kunt bedenken. De codes zijn makkelijk te maken, bijvoorbeeld met de URL-verkorters bit.ly en goo.gl. Daar heb ik ook de hier afgebeelde QR-code voor mijn blog gemaakt, maar zolang ik daar nog niet echt extraatjes aan heb hangen is die nog niet zo interessant. Tenzij iemand graag in de trein op zijn mobieltje mijn blog nog eens wil lezen.

zondag 10 oktober 2010

Muziek: Natacha Atlas - Gafsa

Zappend kwam ik vanavond langs een vreemde Koreaanse film op Canvas, en hoorde daar tot mijn verrassing en vreugde muziek van Natacha Atlas voorbijkomen. Een bijzondere zangeres met bijzondere muziek, waar ik een paar cd's van bezit. Ondanks het bijvak Arabisch tijdens mijn studie kan ik niet alle teksten volgen, maar de sfeer van de muziek is prachtig.

donderdag 30 september 2010

De toekomst van de journalistiek


Journalistiek vind ik een interessante sector. Misschien blog ik ook wel omdat ik me een beetje journalist wil voelen. De raakvlakken met het vak van informatiespecialist zijn naar mijn idee behoorlijk groot: per slot van rekening zijn we beiden bezig met het kanaliseren van informatiestromen voor goed gebruik door het publiek.

Aardig om, op het blog De nieuwe reporter, te lezen dat de journalistiek ook met zijn toekomst bezig is, en dat bepaalde zaken mij bekend in de oren klinken. Aldus Jo Bardoel, hoogleraar Journalistiek en Media:

De journalistiek staat momenteel voor de grootste omslag in haar bestaan. Met de media in de breedste zin van het woord gaat het goed, maar met de journalistiek gaat het in de algemene perceptie behoorlijk beroerd. Nog nooit zijn er in zo korte tijd zoveel debatten, publicaties en adviescommissies gewijd aan een professie die eerder nooit opviel door veel externe bemoeienis of interne reflectie. De huidige paradigmawisseling van de journalistiek is bij nadere beschouwing het gevolg van drie samenlopende transformaties: de evoluerende mediatechnologie, een veranderde samenleving met een ander mediagebruik, en tenslotte een eveneens sterk veranderde mediasector
(…)
Naar buiten toe moeten journalisten hun traditionele terughoudendheid laten varen om voor hun onderscheidendheid (met kernwaarden als onafhankelijkheid, kwaliteit en betrouwbaarheid) uit te komen. Tot dusverre waren de kwaliteit en betrouwbaarheid van journalistieke producten vooral verbonden met de herkenbaarheid, de titel of het merk, van de krant of de omroep.
Maar naarmate media-inhouden migreren naar het web, worden vertrouwde mediapakketten ontbundeld, en moet de herkomst van product en producent ook op individueel niveau herkenbaar zijn en beter ‘gebrand’ worden.

Via

maandag 27 september 2010

Hulde aan de jarige



Vandaag viert Google zijn 12e verjaardag! Even mijmerend over hoezeer Google mijn internetgebruik beïnvloedt vind ik het eigenlijk onvoorstelbaar kort. Ik denk terug aan de workshop "Zoeken op internet" die ik een jaar of tien geleden volgde bij mijn eerste baan op de Openbare Bibliotheek Nijmegen. Daar vertelde een collega over Google: zo'n handige zoekmachine, met een heel leeg scherm en één zoekbalk, die zulke goede resultaten leverde. Nu lijkt het al of een hele generatie googelend is opgegroeid, en zijn bijna alle Googlediensten de makkelijkste en best werkende op hun gebied. Dat blijf ik bijzonder knap vinden.

donderdag 16 september 2010

How to be linked in


Bij het bijwerken van mijn Google Reader kom ik twee stukjes tegen over LinkedIn: één van Mijns Inziens en één berichtje in de Volkskrant. Het laatste stukje meldt dat LinkedIn inmiddels twee miljoen Nederlandse gebruikers telt.

LinkedIn is de enige sociale netwerksite waarop ik actief ben; Hyves of Facebook laat ik gaarne aan mij voorbij gaan. Het idee dat ik erbij heb is dat LinkedIn cleaner, professioneel en meer afstandelijk is. Ik heb niet zo’n zin in het bekijken van profielen waarin mensen hun escapades in de kroeg uitdragen. Gewoon een fotootje en een keurige beschrijving. En je hebt er tenminste wat aan.

Maar daar heb je het al: wat heb je eraan? Het kan professionele meerwaarde hebben, maar veel mensen zijn toch vooral passief gebruiker. Ik ben lid van een aantal groepen, maar houd matig bij wat daar gebeurt en voel me nog niet geroepen om er aan bij te dragen. Daarnaast is het altijd een beetje een vraag voor mij wat je netwerk precies is. Ik ken mensen met honderden LinkedIn-contacten, maar kun je die echt bijhouden? Ooit heb ik heel brutaal iemand uitgenodigd aan wie ik me eigenlijk alleen had voorgesteld op een borrel. Mijn uitnodiging werd nog geaccepteerd ook, maar ik voelde me een beetje een oplichter. Er prijken ook wat mensen van school en studie in mijn lijstje, waarvan ik sommige al in jaren niet gesproken. Dan wissel je een paar mailtjes uit en wordt het toch een soort Hyves. Met stropdassen.

Wel merk ik dat ik, wanneer ik nieuwe mensen heb leren kennen, al snel even kijk of ze al in LinkedIn staan. En zelfs een beetje teleurgesteld ben als ze dat niet zijn; “tsss, die gaan ook niet met hun tijd mee”. Blijkbaar heb ik toch het gevoel dat deze manier van netwerken erbij hoort, en zoals alle vormen van netwerken brengt het bepaalde eigenaardigheden met zich mee. Het kan allemaal nog makkelijker, bijvoorbeeld met een goede RSS-feed. Maar het is het meest zichtbare visitekaartje dat ik me kan bedenken.

maandag 30 augustus 2010

Gefeliciteerd, HAN-Medewerker van het jaar!


Wat is het toch leuk als mensen die het verdienen in het zonnetje worden gezet! Bij de opening van het studiejaar afgelopen donderdag reikte de voorzitter van het CvB van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen de prijs voor HAN-Medewerker van het jaar 2010 uit. En de prijs ging naar mijn oud-collega Arjan Doolaar.

Behalve als leuke en zeer collegiale collega, met wie het erg goed het 3FM-popduel spelen is, ken ik Arjan als een inspirerende informatiespecialist. Maar weinig informatiespecialisten in het onderwijs die ik ken zijn zo goed ingespeeld op de praktijk van de opleidingen waar ze voor werken, en weten zulke creatieve invalshoeken en oplossingen aan te dragen.

Uit het juryrapport:
...Volgens studenten en medewerkers blinkt Arjan uit door zowel zijn vakkennis als zijn interesse in en kennis van opleidingen waar hij voor werkt en de daarbij behorende beroepen. Hij is proactief en weet zijn enthousiasme over te brengen op anderen.

Intern is hij steeds op creatieve manier op zoek naar methoden om het gebruik van het studiecentrum te stimuleren, omdat hij ervan overtuigd is dat dit de kwaliteit van de opleidingen ten goede komt. Ook docenten en studenten zien dat Arjan hiermee een enorme impuls geeft aan de kwaliteit van het onderwijs.

Met zijn creatieve oplossingen en proactieve houding weet Arjan een synergie te bereiken tussen het onderwijs en het studiecentrum. Hij geeft een unieke invulling aan zijn rol. Hij doet steeds net iets meer dan de klant vraagt en overtreft steeds ruim de verwachtingen. Arjan is al met al een zeer gewaarde collega die werk levert met veel resultaat!

Mooier kan ik het niet zeggen. Gefeliciteerd Arjan!

Bron: website Studiecentra HAN

Berlijn in 't klein

Bij het bekijken van dit filmpje dacht ik eerst dat een overijverige Märklin-hobbyist bezig was geweest, maar het blijkt dat je toch heus echte Berlijners ziet rondscharrelen. Door een bepaalde opnametechniek (Tilt Shift) heeft de maker dit mooie effect bereikt. Een mooie ode aan één van de meest plezierige en fascinerende steden die ik ken, en een prachtig voorbeeld hoe je met creativiteit de wereld er compleet anders uit kunt laten zien.

Little Big Berlin from pilpop on Vimeo.



Via

vrijdag 20 augustus 2010

De eerstejaars komen weer


Het is weer bijna zover: een nieuw collegejaar begint. Hordes nieuwe studenten zijn nu nog de stad onveilig aan het maken en zullen zich volgende week op de faculteit melden. Hier in de mediatheek worden eerstejaars studenten ontvangen met een introductieles.

Dit is mijn tweede baan als informatiespecialist op een hogeschool waarin ik deze introductielessen geef. Het gaat hier wel een beetje anders dan op mijn vorige werkplek: daar stond ik vooral voor de klas om iets te vertellen en te presenteren, terwijl ik hier de studenten met een oefening aan het werk kan zetten en daarnaast een film kan laten zien over de mediatheek.

Volgende week zal ik echt ervaren hoe dit uitpakt. Toch merk ik dat ik er weer een beetje tegenaan hik. Het eerste jaar dat ik deze lessen gaaf vond ik het spannend en had ik er best plezier in. Het tweede jaar was het vooral doorbuffelen. Het derde jaar pakte ik het heel anders aan, wat een stuk minder tijd kostte en best prettig werkte.

Mijn idee over de aanpak hier is dat het betrekkelijk weinig energie zal kosten, maar wel aardig wat tijd. Daarnaast vraag ik me ook af wat het resultaat van deze lessen daadwerkelijk is. In juni was ik bij een bijeenkomst van de NVB voor informatievaardigheden in het HBO, en daar hoorde ik dat veel instellingen tijd in deze lessen steken als onderdeel van informatievaardigheden. Maar maakt het daar daadwerkelijk deel van uit? We hebben hier al een lesprogramma met informatievaardigheden. Veel eerstejaars zullen zich een aantal weken na hun introductie alweer in de mediatheek melden voor hun eerste infovaardighedenles.

Volgens mij is bij de meeste hogeschoolbibliotheken en –mediatheken de gedachte dat je met deze lessen in elk geval de studenten een keer binnenhaalt en laat zien dat de mediatheek er is. Toch krijg je nog regelmatig studenten aan de balie die moeten afstuderen en met een blosje bekennen dat ze nog nooit hier zijn geweest. Als eerstejaars krijg je al een gigantische hoeveelheid informatie en indrukken te verwerken. De mediatheek staat dan, helaas, meestal niet op de eerste plek in het rijtje.

We gaan er volgende week weer mee aan de slag, maar in voorbereiding op het studiejaar 2011-2012 is het de moeite waard om over andere vormen na te gaan denken. Filmpjes en screencasts vormen mooi introductiemateriaal, dat we mooi via bijvoorbeeld de website of intranet kunnen aanbieden. Met wellicht ook een mooi resultaat.

dinsdag 20 juli 2010

Utrecht


Een nieuwe woonplaats is altijd even wennen. Ten eerste het huis, dat nog vol staat met dozen en waar ik constant op zoek ben naar van alles (zo heb ik nog steeds mijn wekker niet kunnen vinden). Daarnaast een heel nieuwe omgeving. Vanochtend fietste ik voor het eerst naar mijn werk en zag een heel andere stad om me heen.

Mijn oude woonplaats staat deze week goed in de belangstelling, en dat brengt wel wat scheuten van weemoed naar boven. Gelukkig maakt mijn nieuwe woonplaats de laatste tijd goed reclame voor zichzelf. Aan die stad kan ik ook best wennen.

woensdag 2 juni 2010

Catablogus


We kunnen er nog zoveel werk in steken: een bibliotheekcatalogus blijft meestal een statisch en saai ding. Handig om snel even te zoeken, maar kraak noch smaak. Daarnaast heb je nog een website, als showcase van alle mooie mogelijkheden die je als bibliotheek te bieden hebt. Bij ons bijvoorbeeld is die (uiteraard) gekoppeld aan de HU-website en volgt ook de huisstijl. Daar is natuurlijk wel wat voor te zeggen: we maken ten slotte onderdeel uit van een grotere organisatie die één gezicht naar de buitenwereld wil tonen. Dat is ook voor de student en medewerker gemakkelijk en herkenbaar. Echt dynamisch wordt het er niet van.

Op Bibliotheek 2.0 las ik een bericht van Kris De Winter van de Openbare Bibliotheken Provincie Antwerpen. Zij zijn bezig met een website/catalogus in de vorm van een WordPress-blog met daarachter een aquabrowser. In de begeleidende blogpost legt Kris uit wat de bedoeling achter deze opzet was:

Our job at the PBC is to build and maintain a centralised library system for a group of municipal public libraries (currently about 40 of them), thus creating cost efficiencies and reducing the individual workload of each library.(...)
We think it’s useful to combine both in one website/interface: Library users need only consult one website + we’re quite wild about the possibilities it gives us for digitally showcasing the library’s materials, the possibility of interacting with customers etc. Even nowadays, most libraries still make do with some static pages on the city’s website and an old-fashioned search system. With our system we also want to stimulate and empower libraries to do more.

In de betaversie ziet het er geweldig uit. Ik vind zelf aquabrowsers mooi en handig, maar dat is nog niet eens het belangrijkste punt. Vooral de simpele opzet en de flexibiliteit vind ik mooi, en de mogelijkheid voor elke bibliotheek om eigen content toe te voegen. Voor openbare bibliotheken, zeker in een opzet zoals in Antwerpen met een groot aantal kleine bibliotheken in één organisatie, is het een fraaie optie. Voor ons als hogeschoolmediatheek wordt het lastiger; zoals gezegd zitten we toch vast aan de webstructuur van een grotere organisatie.

Ik wil dit toch wel in de gaten houden. Er wordt, in bibliotheken en onderwijs, zoveel tijd en geld gestoken in websites en digitale werk- en leeromgevingen, die je mogelijkheden enorm vast timmeren en (naar mijn bescheiden mening) absoluut niet optimaal worden gebruikt. Iedereen worstelt met de beste manieren om alle mooie bronnen die je bieden hebt op een juiste manier onder het voetlicht te brengen, om nieuws en ideeën te kunnen uitwisselen, om je gebruiker te bereiken én te betrekken. De PBC Antwerpen laat zien dat je met redelijk simpele middelen een prachtig en flexibel systeem kunt neerzetten.

Kudos!

dinsdag 1 juni 2010

Ca-ca-ca-catalog

Nog op zoek naar een leuk idee voor een filmpje voor je bibliotheek? Voor introductielessen of informatievaardigheden? De bibliothecarissen in opleiding en hun docenten van de University of Washington Information School pakken het aan op zijn Gaga's. Groovy!



Via

donderdag 27 mei 2010

De revolutie der sociale media

Onderstaand filmpje is een mooie weergave hoe snel de wereld verandert dankzij sociale media. Vooral gericht op bedrijven, maar voor onderwijs en bibliotheken, waar naar mijn idee zo velen zich (nog) niet bewust zijn van snelheid en impact van deze ontwikkeling, ook goed om te zien.



Via

Voornamen in kaart


Na de achternamen zijn nu ook voornamen gekoppeld aan de kaart van Nederland. De insteek is natuurlijk wel een beetje anders, al was aan de kaarten van het Meertens Instituut ook vaak te zien uit welke regio de naam oorspronkelijk kwam. Het rapport van Gerrit Bloothooft geeft weer dat er regionale patronen zijn te ontdekken in de namen die ouders aan hun kinderen geven.

Interessant om te lezen. Het gaat om namen die sinds 1983 zijn gegeven, dus ik val er niet onder. Toch vraag ik me meteen af of ik in het plaatje pas. Lastig wel, met een vader die Achterhoeker en een moeder die Noord-Hollandse is. En ik ben geboren in de Gelderse Vallei, behorend tot het gebied dat Strange Maps zo mooi omschrijft:

In spite of its reputation for moral laissez-faire, the Netherlands also has a Bible Belt – a mainly rural area where Christian fundamentalism remains an important element in the public sphere.


Via

woensdag 21 april 2010

Prezentatie met Prezi

Op het blog Information Literacy meets Library 2.0 las ik over deze mooie presentatie over Google Search Tricks, gemaakt met een programmaatje dat Prezi heet. Ik kende het niet, maar het ziet er leuk uit. Mooie, speelse vormgeving, inclusief filmpjes en leuke overgangen tussen de slides.

Jammer genoeg lukt het mij alleen niet om de presentatie in mijn blog te embedden, terwijl dat toch wel zou moeten kunnen. Ik heb nog niet uitgedokterd waar het aan ligt. Daarom nu maar even ouderwets via deze link.

UPD: Hé nou lukt 't toch! Fraai!

dinsdag 20 april 2010

Eyjafjallajökull


Wat een land hè, dat IJsland. Een kille uithoek met evenveel mensen als de stad Utrecht, maar ferm op de kaart en in de headlines. Als het niet met een piratenbank is, dan wel met een onuitspreekbare vulkaan die heel Europa platlegt.

Het levert in elk geval fantastische foto's op. In deze tijd lijkt het wel alsof de mens alles kan en vergeet ik soms hoe makkelijk de natuur kan terugslaan. Het doet me zelfs een beetje mijmeren over mijn werk. Oneindige informatiestromen en alle 2.0-toepassingen, waarmee je alles lijkt te kunnen en waar je niets aan stuk kunt maken. Totdat een spreekwoordelijke aswolk alles vervuilt of verstoort en je crashing down brengt?

Beroepsdeformatie. Mooi is ie, die Eyjafjallajökull. Alleen hopen dat nu de Katla niet gaat; ik wil over een paar weken ook nog vliegen.

woensdag 14 april 2010

Niet katholiek


Ik ben gereformeerd opgevoed. Het geloof betekent voor mij niet veel meer, maar toch ben ik blij dat ik het in mijn jeugd heb meegekregen. Het bijgedragen aan mijn wereldbeeld en mijn kennis, en over het geheel genomen vind ik dat positief. Ook al kan ik mezelf niet meer gelovig noemen, ik kan me wel opwinden over het onbegrip en zelfs de schamperheid waarmee veel mensen over geloof en kerk spreken.

Toch ben ik deze week heel blij dat ik gereformeerd ben opgevoed en niet katholiek. Het is moeilijk om genuanceerd te blijven bij de stunts die personen uit de katholieke kerkorganisatie uithalen.

RTL4’s Editie NL ging op zoek naar bewijs bij mijn oude werkplek, de UB Nijmegen, met behulp van enkele ex-collega’s van me.

Met dank aan Festina Lente

dinsdag 13 april 2010

Lammetjes


Tijdens onze lunchwandeling ergens vorige week liep ik met twee collega’s langs een weiland, waar voor het eerst weer schapen liepen. We bespraken dat dit voor het eerst was en of dit iets met de Q-koorts te maken had, die ook hier vlakbij Utrecht heerste.

Nu liepen ze er, heerlijk in de lentezon, en een flink aantal lammetjes huppelde erbij. We keken er vertederd naar, waarop mijn collega zei: “Tja, het is dat ik ze zo lekker vind…”

maandag 12 april 2010

Facebook-paranoia


Ik ben geen lid van Facebook. Gisteren kreeg ik per e-mail een uitnodiging: een bekende heeft een profiel op Facebook aangemaakt en nodigde mij uit daarop een kijkje te nemen. Onderaan het bericht stond een rijtje Facebook-leden die ik ook zou kunnen kennen. Tot mijn verbazing klopte dat rijtje helemaal: ik ken ze allemaal.

Ik ben wel lid van LinkedIn, en daar word je ook regelmatig gewezen op mensen die je zou kunnen kennen. Dat vind ik niet zo gek: dit zijn meestal mensen die in het netwerk van één van mijn contacten zitten, of lid zijn van eenzelfde groep. Veel van die mensen ken ik in het werkelijke leven niet, maar ik begrijp hoe LinkedIn die verbanden legt.

Maar van dit grapje van Facebook werd ik een beetje paranoïde. Hoe kan Facebook weten dat ik ze ken? Ze staan inderdaad allemaal in het adresboek van mijn e-mailaccount. Maar hoe weet Facebook dat? Het duurde even voor ik bedacht dat ik natuurlijk ook in hún adresboeken sta. Ik weet niet hoe dat gaat bij Facebook, maar je zult je adresboek er wel kunnen importeren.

Toch gek: de wereld wordt kleiner, je legt je contacten, en ze duiken op heel vreemde manieren weer op. Ik werd er weer even mee geconfronteerd dat het best ingewikkeld is en je schrik kan aanjagen. Je privacy is niet meer zo vanzelfsprekend als vroeger.

donderdag 8 april 2010

Verlegen

Verlegenheid heeft momenteel het tij tegen. Netwerken, sociaal doen, in het openbaar rondbazuinen wat je denkt en voelt: het lijkt allemaal meer te worden gewaardeerd dan verlegenheid. Gelukkig een tegengeluid in The Boston Globe, waarin we worden aangemoedigd onze verlegenheid te omarmen en de positieve kanten ervan te zien.

Mijn eigen verlegenheid is, gelukkig, de laatste jaren afgenomen. Ik herken nog steeds de tekst uit het prachtige liedje van Bram Vermeulen, maar ik durf tegenwoordig best wel wat. Ik begrijp de schrijver in de The Boston Globe ook: ik heb allang geaccepteerd dat niet altijd je mond open willen doen eigenlijk heel prettig is.

Voor netwerken en personal branding blijft het een ingewikkelde eigenschap. Op netwerkborrels heb ik het nog immer lastig. En ik had met wat minder verlegenheid vast meer LinkedIn-contacten en meer lezers op mijn blog kunnen hebben. Maar ach, het hoort gewoon ook bij mijn personal brand.



Via

dinsdag 6 april 2010

Instructiefilmpjes

De bibliotheek van de Arizona State University heeft grappige korte filmpjes gemaakt voor uitleg over o.a. databanken en gebruik van de biliotheekfaciliteiten. Beetje flauw soms, maar leuk en pakkend.



Via

woensdag 31 maart 2010

De toekomst van UB en HBO-bibliotheek



Festina Lente blogde dit weekend over het artikel “De Nieuwe Bieb” in het NRC, waarin de toekomst van de universiteitsbibliotheken aan bod kwam. Leuk: in dit artikel kwam de Universiteitsbibliotheek Nijmegen uitgebreid aan bod. Een paar jaar geleden werkte ik daar, zelfs nog heel even onder directeur Graham Jefcoate.

Ik herken veel in dit artikel dat ook op hogeschoolbibliotheken van toepassing is. De digitalisering natuurlijk: het papieren boek is absoluut niet verdwenen maar de beschikbaarheid van digitale bronnen is enorm toegenomen. Ook wij experimenteren met e-books. Wij hebben geen bewaarfunctie voor oude literatuur, maar het veranderende aanbod van hand- en leerboeken is ook voor ons actueel.

Repositories zijn hier ook een hot item. Gisteren heb ik zelf nog gediscussieerd over de HBO-Kennisbank, de repository in opbouw van de HBO-instellingen. Op de HU is bijvoorbeeld ervoor gekozen een aparte databank met publicaties van de lectoraten te bouwen, los van de HBO-Kennisbank. Dat vind ik persoonlijk heel jammer. Daarnaast zingt het bouwen van een virtueel kenniscentrum hier ook rond, maar krijgt het nog nauwelijks vaste vorm.

Ik ben ook benieuwd in hoeverre we de gebruiker aan de fysieke bibliotheek binden. Ik herinner me dat het Bibliografisch Centrum op de Nijmeegse UB inderdaad matig werd gebruikt, dus ik denk dat de vernieuwing als Learning Zone heel goed was. Zo'n ontmoetingsplaats als Jefcoate beschrijft is een mooie insteek. Universiteitsbibliotheken zijn natuurlijk andere gebouwen dan een mediatheek (het klinkt al heel anders) zoals we die hier hebben. We zullen er op onze eigen manier invulling aan moeten geven.

maandag 29 maart 2010

City of Borders


Afgelopen vrijdag voor het eerst sinds een tijdje weer eens naar de film geweest. In het Nijmeegse Lux draaide een documentaire in het kader van het festival Movies that Matter, met de titel City of Borders. In deze docu stond de enige homobar van Jeruzalem centraal, en werden de eigenaar en een aantal bezoekers geportretteerd.

Ontroerende portretten: Boody, een jongen uit Ramallah en de eerste Palestijnse travestiet. Samira en Ravit, een vrouwenstel dat twee grote taboes uit het Midden-Oosten doorbrak: liefde tussen Arabieren en joden én homoseksualiteit. Adam, een jongen uit een Israëlische nederzetting op de West Bank. Sa'ar, de eigenaar van het café en tevens gemeenteraadslid in Jeruzalem. Hij was ook in de zaal aanwezig, en na de filmvoorstelling werd ook een nabespreking met hem gevoerd.

Uit de film en nabespreking werd mij vooral weer duidelijk hoe ingewikkeld de situatie in en rond Israël is. Wij denken vaak aan Israël als vrij en democratisch land omringd door vijandige buren, en ik hoorde verzuchten dat het wel heel vermoeiend was dat het Israëlisch-Palestijnse conflict er weer werd bijgesleept. Uit Sa'ars verhaal bleek mij dat dit onvermijdelijk is. Israël is misschien verder dan de Palestijnen, maar beide samenlevingen kunnen zich pas echt ontwikkelen als er vrede is. Tot die tijd zitten de rechten van minderheden in het verdomhoekje.

vrijdag 26 maart 2010

Dag Aaf


Uit eerdere berichten op mijn blog zal al duidelijk zijn dat ik graag nrc.next lees. Na vandaag zal dat niet meer helemaal hetzelfde zijn, want Aaf vertrekt naar de Volkskrant.

Ik las de column van Aaf Brandt Corstius elke dag, en dat was elke dag genieten. Ik vind haar een heerlijke schrijfster, met humor, gevoel, en een prettig nuchtere schrijfstijl. Ik heb me wel eens afgevraagd waarom ik het gevoel had me in haar te herkennen: wellicht is het omdat we even oud zijn, en ik de twijfelende en licht warrige dertigers-blik op het leven herkende.

Bovendien ben ik jaloers op Aafs ongecompliceerde en toch fleurige taalgebruik. Ik kon ontzettend lachen om haar stukje over een gesprek over borstvoeding, wat ik toch best opvallend vond voor een man zonder kinderen. Daarnaast verwoordde ze prachtig mijn eigen boosheid over een schandalige uitzending van Pauw & Witteman. Schitterend hilarisch schreef ze over het PVV-filmpje, wat ertoe heeft geleid dat wij thuis het altijd over “Vleuch” hebben.

Succes bij de linkse Telegraaf, Aaf! Ook ik zal je missen.

donderdag 25 maart 2010

De Mol: Kennis Is Macht?


Vanavond een spannende televisieavond: eindelijk komen we er achter wie de Mol is! Is het Kim of is het Sanne? Spannend! Ik heb de laatste twee afleveringen het idee dat het Kim is. Al moet ik toegeven dat ik pas echt op haar ben gaan letten sinds iemand tegen mij zei: “Het is zó makkelijk: Kennis Is Macht…”

Al jaren kijk ik Wie is de Mol? Er schijnen mensen te zijn die alle afleveringen tientallen keren bekijken en uitpluizen op aanwijzingen. Dit seizoen zijn druk alle Japanse karakters die in beeld kwamen vertaald. Zo gek ben ik niet, en ik onthoud ook absoluut niet wie waar stond tijdens een opdracht en wie er nou precies voor zorgde dat het geld niet in de pot kwam. Maar de paranoia is heerlijk om naar te kijken. “Ik vertrouw haar niet, want ze is zo stil”. Geweldig! Als stille mensen niet te vertrouwen zijn, wat moet ik dan wel een rat zijn...

Het meest fascineert mij wie toch die opdrachten verzint. Razend knap hoe alle details worden uitgedacht. Het moet maanden van research kosten, en dat lijkt mij nou een heerlijke baan. En dan die jaloersmakende exotische locaties. Een paar jaar geleden was de Mol in Argentinië, keek ik verlekkerd naar alle fraaie landschappen en herkende zomaar een straatje waar ik ook had gelopen.

Mijn geld staat vanavond dus op Kim. Met in het achterhoofd dat ik nog maar één keer eerder de Mol goed heb gespot….

dinsdag 16 maart 2010

Zonder Netvibes


Op mijn werk hebben de pc’s de laatste weken problemen met Netvibes. Het laden duurt eindeloos, en zodra ik van mijn beginpagina naar een ander tabblad wil loopt ie vast. Tijden blijft hij proberen te laden, totdat elke feed op een gegeven moment aangeeft dat hij momenteel niet reageert. Het zal aan de pc’s hier liggen, al geloof ik niet dat het zulke ouwe besjes zijn. Thuis doet Netvibes het wel, zij het trager dan ik gewend was. Afgelopen weekend kreeg ik de mededeling dat ik niet op Netvibes kon. Wel werd ik bedankt “for showing Netvibes your love!”, en werd gemeld dat ze bezig waren met aanpassingen om het “increased traffic” beter te kunnen verwerken.

Het valt me op dat mijn wereld ineens een stuk kleiner voelt. Het automatisme van even door mijn vaste feeds bladeren, kijken wat het nrc.next-blog schrijft, m’n Twitter lezen, BoingBoing, Dutch Cowboys, ZBDigitaal, Dymphie, Festina Lente… Het ritme is eruit, de inspiratie droogt op. Raar dat ik er zo aan gewend ben: het is amper een jaar geleden dat ik überhaupt Netvibes ging gebruiken!

Gisteren heb ik de Google Reader die ik ooit heb aangemaakt zitten bijwerken met nieuwe feeds, om toch mijn nieuwsbehoefte te kunnen stillen. Toch voelt dit lang niet zo lekker. Netvibes is meer mijn ding, ziet er leuker uit en is zo goed naar mijn eigen behoefte ingericht. Het voelt echt als mijn eigen stekkie. De Google Reader is me te droog. Maar ja, hij doet het tenminste wel. Word ik nog verder in de armen van Google gedreven.

vrijdag 26 februari 2010

Curlingbroek


Kijkt iemand in Nederland wel eens naar curling? Van de week heb ik even naar het curlingtoernooi op de Olympische Winterspelen in Vancouver zitten kijken. Het deed mij het meest denken aan jeu de boules, maar dan op ijs en met een soort granieten strijkijzer. En met spelers die heel ernstig kijken en daarna veel schreeuwen en driftig met Swiffers over het ijs gaan. Heel apart. In Canada en Scandinavië schijnt het heel populair te zijn. Zowaar dreigt curling een beetje cult te worden, dankzij een broek! Gisteren las ik een artikel in nrc.next over het uiterlijk van Olympische wintersporters. Het curlingteam van Noorwegen draagt een bijzonder aparte broek, die zozeer de aandacht trekt dat de broek nu zelfs een eigen profiel op Facebook heeft…. Zo speel je een sport in de kijker. Hulde heren!

Zonder Google


Twee journalisten van nrc.next houden een Google-loze week om te zien hoe makkelijk je nog zonder Google kunt. Met alle ophef rondom Google in China, en de discussies over privacy op het net in het achterhoofd, vind ik het wel een interessant experiment. Als ik eens even op een rijtje zetten hoe groot mijn Google-gebruik is.

• Gmail: ik gebruik het niet om te mailen, maar wel voor Blogger. Eigenlijk alleen als account om in te loggen. Voor mijn e-mail gebruik ik al jaren Yahoo! Mail en daar ben ik dik tevreden mee.
• YouTube: geweldig! Een heerlijke schatkamer.
• Google Maps: gebruik ik heel veel, om routes te zoeken, te kijken waar iets of iemand zich bevindt, en ook om te snuffelen. Ik houd immers erg van landkaarten. Bing Maps is ook leuk, maar Google is vollediger en meer gebruiksvriendelijk.
• Google Docs: geen grootgebruiker, al geef ik wel meteen toe dat het handig is. Op mijn werk is het niet zo nodig omdat je toch overal bij je schijf kunt. Wel maak ik bestandjes waar ik thuis nog wel wat aan wil doen. Handiger dan een USB-stick
• Google Reader: ik gebruik Netvibes als RSS-reader. Google Reader vind ik onoverzichtelijk en niet makkelijk in te delen. Jammer alleen dat Netvibes nog wel eens nukken heeft.
• Google Scholar: toch wel regelmatig… vooral de reversed citation is erg handig. Ik raad hem regelmatig aan aan studenten.
• Google Books: leuk en handig, en dit gebruik ik wel steeds meer.
• Picasa: gebruik ik helemaal niet. Dankzij mijn Yahoo!-account kan ik gebruik maken van Flickr en dat voldoet prima. Er zijn bovendien zat andere mogelijkheden als je foto’s wilt delen (bijvoorbeeld mijnalbum.nl)
• Google Fast Flip: een Google Labs-applicatie waar ik met enige regelmaat naar kijk. Een visueel leuke en handige rangschikking van nieuwsbronnen, maar zeker niet onmisbaar. Ik weet nog steeds niet helemaal wat ik ervan moet vinden. Het is bijna onmogelijk om volledig te zijn in de nieuwsbronnen die je toevoegt.
• Google Wave: vorige week mijn eerste Wave gedeeld, maar of het nou echt wat is? Ik had eigenlijk geen idee waar ik moest beginnen.
• Google Search: tja, de zoekmachine is gewoon toonaangevend. Toch is dat niet eens zo gek lang zo: toen ik begon met internetten halverwege de jaren ’90 gebruikte ik Yahoo!, Altavista, Ilse. De basis van het succes was toch de heldere opmaak met de ene zoekbalk.

Zonder internet kunnen we niet meer vrees ik. Zou ik een week zonder Google volhouden? Ik zou het jammer vinden om niet meer te bloggen, maar dan zou ik ook Wordpress kunnen gaan gebruiken. YouTube en Maps zou ik erg missen. Zoeken zal niet meer hetzelfde zijn.

Waarom zou je zonder Google willen? De kwestie van privacy lijkt me een uitstekende reden. Weinig mensen zullen zich ervan bewust zijn hoever Googles tentakels reiken, en hoever ze in de gaten kunnen houden wat jij doet. Wij kunnen daar nu onze schouders over ophalen, maar Chinezen hebben die luxe niet. Trouwens: ik weet nog dat de AH-Bonuskaart kwam en iedereen sputterde omdat AH om je gegevens vroeg. Met een beetje pech liggen je gegevens nu nog veel makkelijker op straat.

Daarnaast bepaalt Google wel sterk wat jij op het internet bekijkt. Wat Google heel knap doet zijn het gemak en de overzichtelijkheid. Je staat bovendien versteld van alle mogelijkheden die ze bieden. Als je eenmaal hooked aan Google bent, laat je je makkelijk binden aan al die andere mogelijkheden. Dat is iets om altijd in de gaten te houden, want uiteindelijk moet je zelf kunnen bepalen hoe je aan je informatie en communicatie via het internet komt.

dinsdag 23 februari 2010

Bibliotheek van de toekomst


Nog meer bibliotheek van de toekomst, dit keer (volgens mij) een meer nabije toekomst dan de vergrote werkelijkheid uit mijn vorige bericht.

Via

vrijdag 19 februari 2010

Een vergrote werkelijkheid


Stel je voor: je bent bibliothecaris in het jaar 20XX. Je staat ’s morgens op, wast en kleedt jezelf aan, en zet je AR-bril op.

In de keuken zet je koffie aan en ziet in je bril het koffiezetapparaat aftellen tot de koffie klaar is. Je werpt een blik op de koelkast, en ziet meteen wat daarin aanwezig is, hoeveel er nog van is en tot wanneer het houdbaar is. Meteen verzend je een bestelling naar de supermarkt om voorraden in je koelkast aan te vullen;
Tijdens het ontbijt neem je op je bril het nieuws door. Met oogbewegingen selecteer je welke nieuwsbronnen aan de binnenkant van je bril worden getoond. Daarnaast wissel je berichten uit met je vrienden en collega’s, door op een toetsenbordje ze in te tikken en via je bril te verzenden;
Op weg naar je werk wil je auto niet starten. Je kijkt onder de motorkap en ziet op je bril technische analyses van de motor verschijnen. Als je ziet wat het probleem is lichten op je bril de verschillende stappen die je moet volgen op zodat je ziet wat je moet doen om het probleem te verhelpen;
In je gerepareerde auto rijd je naar je werk. De navigatie op je bril leidt je door het verkeer. Aangekomen in de bibliotheek neem je plaats bij een datakastje. Op je bril tover je in één oogopslag honderden bronnen tevoorschijn. Met oogbewegingen blader je ze door, selecteert wat je nodig hebt en slaat dit op. Informatieaanvragen komen direct op je bril binnen. De gegevens van de klanten die de aanvragen doen roep je op je bril op.

Fantasietjes over een toekomst met augmented reality, geprikkeld door een paar filmpjes gisteren op het nrc.next-blog. Het meest vergaande scenario, zie het filmpje van Keiichi Matsuda, lijkt mij eerlijk gezegd compleet gekmakend. Over de bibliotheek die ik beschreef moest ik wel even nadenken. Heb je nog wel een fysieke bibliotheek nodig in deze werkelijkheid? Hoe ziet die er dan uit? Een lege ruimte met een scherm, een kastje, een zuil? Gebruik je die AR-bril, of een gevorderde versie van de iPad met allerlei applicaties? In hoeverre wordt dit ooit echt reality?

dinsdag 16 februari 2010

Hoe zag jouw jaar eruit?

Alweer een creatief filmpje: Dan Meyer, leraar op een middelbare school in Californië, legde zijn "jaarverslag" op film vast.

Dan Meyer's 2009 Annual Report from Dan Meyer on Vimeo.


Via

woensdag 10 februari 2010

Hun hebben ruzie


Tjongejonge, wat bleef Ronald Plasterk vrolijk gisteravond bij DWDD! Iemand met een minder zonnig humeur (ik bijvoorbeeld) had die onuitstaanbare dr. Helen de Hoop allang op haar snufferd getimmerd. Jammer voor haar, want ze had best een punt. Taalprof stelde al eerder die dag op even venijnige maar minder vermoeiende wijze vast dat taal absoluut niet Plasterks sterkste kant is. Taal is een communicatiemiddel, maar zoals De Hoop liet zien heb je meer vaardigheden nodig om je goed uit te drukken.

dinsdag 9 februari 2010

Oud-collega

Collega’s zijn een bijzonder fenomeen. Ik heb niet veel behoefte aan contact met collega’s buiten werktijd: ik zie ze toch al meer dan mijn vrienden. Wel heb ik de instelling dat ik met collega’s graag prettig omga, en ook best iets van mijn persoon wil laten zien. Je werk is toch een flink deel van je leven; daarin wil ik me niet afschermen.

Vorige week ben ik een paar biertjes gaan drinken met een oud-collega aka Werner Buschbaum. Ik had hem niet meer gezien sinds ik weg ben gegaan bij de HAN. Het is na een paar maanden natuurlijk leuk bijpraten met wat alcohol erbij.

Toen ik Werner nog niet zo heel lang kende, een paar jaar geleden, maakte hij de opmerking tegen mij: “Volgens mij ben jij niet iemand die het leven heel zwaar neemt.” Daarmee verraste hij me wel, wat ik vond mezelf best een piekeraar. Toen ik zijn opmerking op me liet inwerken zag ik wel wat hij bedoelde; eerlijk gezegd raakte het me wel en vond ik het wel een compliment. Het lijkt me namelijk absoluut niet fijn om het leven zwaar te nemen.

Zo’n persoonlijke observatie van een collega blijft me al tijden bij. Grappig. Here’s to you, Werner.

donderdag 4 februari 2010

Maak je eigen iPad


Een goede tip voor al die mensen die zo graag een iPad willen: maak er zelf één!

Wat kun je toch leuke dingen met Lego.

Via

zondag 31 januari 2010

Sneeuw

Vanochtend lag er weer een nieuwe laag sneeuw toen ik wakker werd. Het houdt maar niet op, deze winter. Veel mensen krijgen er al genoeg van: laat die lente maar komen, die winter heeft al lang genoeg geduurd! En daarbij vergeten ze even dat het nog geen februari is.

Het is in elk geval een bijzondere winter. Marco Verhoef zei gisteren dat we deze winter al dertig sneeuwdagen hebben gehad. De laatste winter waarin we dat aantal haalden was vijfentwintig jaar geleden, en in de winter van 1978-’79 waren het er zelfs zestig.

Vijfentwintig jaar geleden: dat moet dus 1985 zijn geweest. In mijn herinnering een legendarische winter. Voor de eerste keer hoorde ik op het weerbericht over nachttemperaturen onder min twintig. Elke ochtend liep ik door de sneeuw naar school. Bij de bakker hing een thermometer en daar keek ik elke ochtend op, in de hoop dat het bleef vriezen. Want wat heb ik geschaatst die winter! Elke dag na school naar de ijsbaan, de Friese doorlopers onder, en krabbelen maar. In een prachtig wit landschap.

Van de winter van 1979 heb ik nog een foto. Vier jaar oud, met mijn moeder op het sleetje, volgens het bijschrift in mijn fotoalbum op Nieuwjaarsdag 1979. Heel vaag weet ik nog wel dat we vanaf een heuveltje op de heide sleeden. Dat kan natuurlijk ook nog een latere winter zijn geweest, maar bij deze foto komt dat toch naar boven.

Hoeveel van deze winters hebben we nog? Is er in de jaren '90 en '00 ook maar één echte winter geweest? Ja, die van de Elfstedentocht. Toen vroor het wel maar lag er volgens mij amper sneeuw. Ik ben blij dat we dit weer eens ervaren. Zelfs al is het soms onhandig met forenzen. We zitten tegenwoordig in onze dik geïsoleerde huizen de kou van de kwakkelwinters buiten te houden. Wees blij dat we weer eens een ouderwets witte winter hebben! Geniet van dat verstilde landschap. Leer de kinderen weer eens hoe ze sneeuwengelen moeten maken in de tuin. Trek die muts nog eens lekker over je oren. Op naar de zestig sneeuwdagen! Die lente komt vanzelf wel.

vrijdag 29 januari 2010

21 dingen voor het onderwijs

2 number 1 E squared circle letter D letter I N G Amsterdam! scrabble letter N
Sinds afgelopen najaar biedt SURFacademy de cursus 21eDingen aan. Ik neem aan dat “e” voor “education” staat: de gelijkenis met 23dingen is treffend, maar deze 21eDingen zijn specifiek toegespitst op docenten en medewerkers in het hoger onderwijs.

Ik vind dat de cursus er prima uitziet. Qua opzet is het eigenlijk helemaal hetzelfde als 23dingen: je begint met een weblog aan te maken waarop je je ervaringen bijhoudt, en daarna ga je stap voor stap door de dingen heen. Die zijn wel echt op het onderwijs toegespitst. Zelfs in het taalgebruik: ik moest glimlachen om de omschrijving van het weblog als een portfolio.

Daarnaast komen zaken als stemmen/het maken van een poll, repositories, creative commons en informatievaardigheden aan bod. Erg goede thema’s voor docenten in het hoger onderwijs. Uit eigen ervaring weet ik dat die over het algemeen complete web 2.0-digibeten zijn. De docenten die ik wel eens naar web 2.0-toepassingen verwees keken allemaal of ze het in Keulen hoorden donderen.

Tja, het onderwijs is druk, druk, druk en alle vernieuwingen worden in moordend tempo over je heen gestort. Maar deze 21eDingen is een prima aanzet voor meer inzicht in allerlei vreselijk nuttige toepassingen. Verplichte kost voor iedere docent anno 2010, lijkt me.

donderdag 28 januari 2010

Als blobs door de tijd

Heel cool! Pedro Miguel Cruz, student uit Portugal, maakte voor zijn masterscriptie over het visualiseren van informatie dit filmpje. Vier koloniale machten, Groot-Brittannië, Frankrijk, Spanje en Portugal, stuiteren traag door de tijd. Af en toe botsen ze (conflict), af en toe bewegen ze en schiet er een blobje uit (een kolonie die onafhankelijk wordt). Let vooral op van 2 minuut 20 tot 2 minuut 50. Helemaal honderd procent klopt het niet (Haïti? Ierland? Birma?), maar het ziet er erg leuk uit. En het opent weer heel nieuwe mogelijkheden voor het weergeven van informatie. Tijdlijnen zijn natuurlijk het meest voor de hand liggende voorbeeld.



Via

Gedichtendag

Vandaag is het Gedichtendag. Ik ga niet pretenderen dat ik een enorme poëziekenner ben, want dat is niet zo. Mijn kennis is hooguit rudimentair, wat ik nog heb overgehouden van het Atheneum en een paar Spaanse gedichten tijdens mijn studie. Soms treffen gedichten me met op razend knappe wijze in taal gevangen gebeurtenissen of gevoelens. Zo zag ik een keer op tv Hagar Peeters, die me bijna tot tranen roerde. Alleen heb ik dat gedicht nooit meer kunnen terugvinden. Of het gedicht dat H.H. ter Balkt schreef voor zijn buurvrouw, die toevallig mijn collega was. Of het gedicht dat Johan Faber schreef voor zijn aanstaande, die dan weer een vriendin van mij is.

Voor gedichtendag, een ander gedicht, mooi in zijn eenvoud en verhaal, van Edward van de Vendel.

IK BEN DE JONGEN

Ik ben de jongen die niet kan
voetballen, of tenminste niet
zo goed. Ik weet wel hoe het
moet, maar mijn lichaam doet
iets anders. Ik heb een lijf met
eigenwijze trekjes, twee benen

met een grote bek die zich
heus niet laat trainen. Ze doen
maar wat, ze tackelen mezelf.
Ik ben een elftal in mijn
eentje,
zoveel kanten ga ik op. Alleen
door mijn verschijning ben ik
al
een strafschop waard, ik kijk
en krijg twee rode kaarten.
Alle witte lijnen wijken weg
van mij. Ik ken het gras, dat
is dan nog het enige. Maar
veel te goed. En van dichtbij.

---------------------
uit: 'Dicht!', 2009.

woensdag 27 januari 2010

Doe meer met je foon


De iPhone rukt op: vorig jaar verdubbelde de verkoop. Meerdere vrienden en kennissen van me hebben er inmiddels één en zitten voortdurend ermee te spelen. Want wat zijn die apps leuk!

Zelf heb ik er nog geen. Geen haast mee ook. Al is dit natuurlijk wel vreselijk handig, voor de haastige shopper...