donderdag 25 november 2010

Wat na 23dingen?


Bijna twee jaar nadat ik begon met de cursus 23dingen organiseerde de NVB-HB de Ideeënmarkt Na 23dingen. In Den Bosch gaven informatiespecialisten van zes hogescholen, één universiteit en één wetenschappelijke bibliotheek presentaties over hun toepassing van de geleerde dingen in hun dienstverlening. Want iedereen is toch begonnen aan de cursus 23dingen met op zijn minst het streven iets te leren wat je in je dagelijkse werkpraktijk kunt toepassen.

Als enthousiast ex-cursist maakte me dit wel nieuwsgierig, dus toog ook ik naar Den Bosch. Voor mij was het ook een reden voor reflectie: wat heeft 23dingen voor mij betekend? Ik blog nog steeds, omdat ik dat zelf leuk vind. RSS heeft zonder meer mijn leven veranderd (mag ik dat zeggen? Ja, dat mag ik). Verder heeft het me bekender gemaakt met zaken als Flickr, Twitter, Wiki's en aanverwanten. Het heeft mijn blik en mijn visie aangescherpt. Al met al dus heeft het vooral voor mijn werk iets betekend, maar gebruik ik echt dingen in mijn dienstverlening? Dan moet ik zeggen: bedroevend weinig. Mijn blog is vooral voor mij, net zoals de RSS-reader. Ik gebruik geen sociale media om met docenten of studenten te communiceren, en aan de HU-website is geen spoor 2.0 te ontdekken. Volop ruimte voor nieuwe ideeën en stimulansen dus.

De eerste presentatie kwam van Hogeschool Windesheim, of eigenlijk waren het er twee. Christina Hiemstra vertelde dat het Mediacentrum een werkgroep had opgezet om de continuïteit na 23dingen te waarborgen. Vier medewerkers, één per domein, krijgen 0,1 fte de ruimte om zich te wijden aan het inzetten van sociale media. Ze mogen zelf kiezen welke dingen ze willen toepassen, met als doel de online zichtbaarheid van het Mediacentrum te vergroten, een duidelijke link met het onderwijs te leggen, en hun collega's te instrueren. Hieruit vloeide bijvoorbeeld een cursus "Windesheim-dingen" voor docenten voort. Een voorbeeld van goede randvoorwaarden op de werkvloer creëren. Haar collega Erik Hulsken schotelde ons een snazzy prezi voor, met vooral de boodschap dat 23dingen je uitnodigt flexibel te zijn en je blikveld te verruimen. Een aardig voorbeeld dat hij noemde vond ik de QR-codes die op nieuwe boeken worden geplakt, waarmee de lener zijn boek kan verlengen. Ook aardig: showmewhatswrong.com, waarmee je een pc-gebruiker op afstand kunt helpen zonder zijn computer over te nemen.

Anneke Dirkx vertegenwoordigde de UB Leiden. Omdat iedereen daar 23dingen te veel vond maakten zij een eigen cursus met 7 dingen, plus twee "pauzenummers". Dit was een succes, en deze bieden ze nu op de website met nog twee aanvullingen aan voor studenten en medewerkers van de universiteit. De UB is bovendien in alle sociale media aanwezig, om zichtbaar te zijn op alle plekken waar je klanten zouden willen kijken. Deed me aan de strategie van het Brooklyn Museum denken. Mooi vond ik ook de manier waarop de UB-catalogus wordt verrijkt met Library Thing.

Voor Fontys trad Erik Oomen aan. Hij vertelde over de virtuele balie die was ingericht, en die een uitkomst biedt nu Fontys wegens bezuinigingen een aantal fysieke mediatheken heeft moeten sluiten. Daarnaast traint de mediatheek de docenten in 21e-dingen en zijn medewerkers in 16 zelfgekozen dingen. Op de website van Fontys zijn sociale media zeer aanwezig; hier ligt een taak van de mediatheek om wildgroei tegen te gaan. De voltallige Raad van Bestuur twittert inmiddels op persoonlijke titel.

En dan was het de beurt aan iemand die voor mij een thuiswedstrijd speelde: Irma van Zanten-van Houts, mijn voormalig kamergenote op de HAN.
In haar presentatie vertelde ze over haar blog, dat ze na 23dingen is gaan gebruiken als communicatiemiddel voor de opleidingen waar ze voor werkt. Een leuk en nuttig initiatief met nieuws op het vakgebied en uit de studiecentra. Het heeft wat tijd gekost maar inmiddels heeft ze flink wat lezers en heeft het haar zichtbaarheid vergroot: zo heeft het onderwijs naar aanleiding van haar blog haar gevraagd om advies over de cursus 21e-dingen. En ze krijgt navolging: de studiecentra starten nu met blogs voor alle verschillende domeinen. Leuk was ook haar omschrijving van haar blog als haar "buitenboordbrein": het bloggen scherpt haar eigen blik naar buiten en stimuleert om bij te leren. Herkenbaar!

Een korte presentatie van Janneke Polderman van de Hogeschool Rotterdam volgde over de wijze waarop zij hun pagina's met internetlinks hebben vervangen door Delicious. Niet zo nieuw, maar een herkenbaar idee (en ook zéér herkenbare obstakels).

Erg enthousiast werd ik van Judith van Hooijdonk van de Hogeschool Zuyd.
Deze mediatheek is ook overal aanwezig, blogt en heeft Netvibes-pagina's, gebruikt Twitter, Youtube, Yammer, wiki's (oh, als wij toch eens wiki's zouden gebruiken in plaats van dat vermaledijde SharePoint!) en denkt zelfs aan Foursquare. Voor docenten maken ze een eigen cursus "eDingen@Zuyd", waarin docenten in 8 bijeenkomsten worden onderwezen. Zoals Judith zei: "We zijn gewoon maar wat gaan doen, zonder plan". Het kan dus wél.

Alice de Jong van de Peace Palace Library liet zien waarom zij de Digitale Bibliotheek van het jaar 2010 zijn geworden.
Ik vond overigens wel dat je goed kon zien dat dit een totaal ander soort bibliotheek was dan een hogeschoolbibliotheek: alleen al het feit dat ze per week zevenhonderd titels (boeken en artikelen) moeten beschrijven en taggen. Ook was de online zichtbaarheid veel belangrijker: er is geen publiek dat toch wel je fysieke ruimte komt opzoeken. Hun website mag er dan ook zijn, met blogs (die, en dat was Alice met me eens, wel érg uitgebreid en wetenschappelijk zijn), nieuwsfeeds, Twitter, Delicious, QR-codes in de catalogus (om lijstjes van interessante titels te maken). Het werd me af en toe een beetje technisch, toen ze bijvoorbeeld over php-scripts begon... ik heb ook nog veel te leren.

Als laatste vertelde Hester van Randen van de NHL Hogeschool over het gebruik van Netvibes en Delicious door hun bibliotheek. Ook dat vond ik niet zo nieuw, maar leuk om een goed praktijkvoorbeeld te zien.

Tijdens de lunch gaven de gastvrije collega's van Avans Xplora een rondleiding en konden we met elkaar van gedachten wisselen en voorbeelden bekijken.
Daarna sloot de endnote speaker, Mr 23dingen Netherlands himself Rob Coers, de dag af. Dankzij zijn lieftallige assistente twitterde hij ons live zes tips:


Ik wist vandaag weer waarom ik 23dingen zo leuk vond, hoe prettig het was om te snuffelen aan creatieve oplossingen in je vak, om geprikkeld te worden dingen uit te proberen. En ik zag weer heel wat kansen die ik kan grijpen: er ligt op de HU de ruimte voor, en je bent er nooit mee klaar.

zondag 21 november 2010

Geen Familie in het Werftheater


Op de dag dat Nederland massaal schreeuwde om cultuur, wat kun je dan beter doen dan naar het theater gaan? Een niet-gesubsidieerd theater, dat wel. In het Werftheater zaten we in zo'n mooie ronde werfkelder aan de Oude Gracht. Een piepklein barretje en een beschilderd theaterzaaltje dat me deed denken aan het oude Cinemariënburg. Het duo Van der Laan en Woe (Geen Familie) zong mooie liedjes en voerde een aantal ultrakorte sketches op, met onder meer een meesterlijke vergadering met zeven deelnemers. Ongeacht het BTW-tarief zeer de moeite waard om te gaan zien.

zaterdag 13 november 2010

Het Brooklyn Museum als voorbeeld


Mijn oud-collega aka Werner Buschbaum schreef op zijn 23dingen-blog (dat hij helaas heeft opgeheven) dat het handige van web 2.0-toepassingen was dat ze niet kapot kunnen, net als Tonka-speelgoedautootjes. Ik vind dat nog steeds een leuke vergelijking. Deze week moest ik daar twee keer aan denken. Op het NVB-congres bij Dick Rijken, die iedereen aanmoedigde op gebruik te maken van de media die je ter beschikking staan en niet bang te zijn: als het niet werkt neem je iets anders.

Ook bij het bericht van Edwin Mijnsbergen over de website van het Brooklyn Museum moest ik hier aan denken. Hij heeft gelijk: de manier waarop dit museum gebruik maakt van sociale media is een voorbeeld voor culturele organisaties. Ze hebben daar begrepen dat je niet bang moet zijn om dingen gewoon te proberen om je boodschap uit te dragen. En dat doen ze bijzonder knap: ze maken je nieuwsgierig naar de collectie en laten jou als bezoeker zien dat ze niet alleen een kunstcollectie zijn, maar midden in de gemeenschap staan. In Foursquare bijvoorbeeld heb ik me nooit verdiept, maar wat is dat leuk! Prachtige manieren om jezelf in de kijker te plaatsen, en kapot kan het inderdaad niet.

Soms denk ik wel dat bibliotheken en andere culturele instellingen bang zijn dat het publiek niet meer komt als je het teveel online biedt. Het Brooklyn Museum bewijst voor mij het tegendeel. Ik krijg juist erg veel zin om, als ik ooit in de buurt ben, juist naar het Brooklyn Museum toe te gaan.

foto: Wally Gobetz

donderdag 11 november 2010

#nvb10


Zo, dat was mijn NVB-jaarcongres-ontmaagding! Zoveel informatiewerkers had ik nog niet eerder bij elkaar gezien. Handjes geschud en verbazend veel bekenden tegengekomen; van al mijn oude banen liepen er ex-collega’s rond, en dan ook nog medecursisten van de GO. Zelfs ik blijk al iets van een netwerk te hebben, en dan liep ik zelfs nog mensen die ik graag had willen spreken mis.

Een hele schouwburg vol luisterde naar Maarten van Rossem. Je kunt veel van deze knorrepot zeggen, maar de manier waarop hij zich presenteert en praat is fenomenaal. Een knap pijnlijk stukje over de meewarige “dames van onbestemde leeftijd” die hem uitlachten van achter de balie van de UB; ik ken nog genoeg biebmensen die zich daar iets van kunnen aantrekken. Vooral bleef me bij dat Van Rossem ons aanmoedigde om niet alleen knoppenkennis bij te brengen, maar mensen te helpen om goed voorbereid te gaan zoeken: als je niets weet van waar je naar op zoek bent zul je het nooit vinden.

Ik vond het niveau van de verschillende presentaties daarna nogal wisselend en kon (mede dankzij een pijnlijke rug) lang niet overal mijn aandacht goed bijhouden. Van de presentatie waarvan ik eigenlijk het minste verwachtte bleef me echter toch iets bijzonders bij. Het was de presentatie van Dick Rijken over experimenten in laboratorium Waterwolf in Gouda; hij merkte op dat media geen doel op zich zijn, maar alleen ergens toe dienen als ze vanuit een bepaalde visie worden gebruikt. In het ontwikkelen van je visie denk je na over wie je bent en waar je naartoe wilt. Van daaruit ga je aan de slag, met welke media dan ook. Mocht Twitter over drie jaar alweer uit zijn, gebruik dan iets anders.

Dat vond ik goed om te horen en herkenbaar, want hoeveel wordt er niet aangeklooid? Zou dit niet één van de redenen zijn dat zoveel 23dingen-cursussen uiteindelijk nauwelijks een vervolg krijgen? Of dat iedereen ineens Twitter wil gaan gebruiken omdat dat in de mode is, zonder eigenlijk te weten waarom je het wilt doen? Of te gaan bloggen en uiteindelijk niet meer te weten waarover je wilt schrijven, waarna je blog een spookblog wordt?

vrijdag 5 november 2010

Evidence-based is all around


Een beeld dat mij doet glimlachen: uit de Rally to Restore Sanity and/or Fear, afgelopen weekend voorafgaand aan de Amerikaanse Congresverkiezingen. Wat staat onze branche toch midden in de werkelijkheid.

Via